Installatieinstructie
– installeer de branderkop en de branderkap weer op de gasbrander;
– voer de ombouw van alle gasbranders één voor één uit volgens de
bovenstaande instructies;
– plaats het gietijzeren rooster na de ombouw terug op de kookplaat.
Het minimumvermogen van gasbranders instellen
Het instellen van het gereduceerde vermogen (minimum) vindt plaats in de fabriek.
Nadat u het mondstuk hebt vervangen om aan te sluiten op het beschikbare gas of
aan de specifieke drukomstandigheden in het netwerk, kan het nodig zijn het
minimum opnieuw in te stellen.
1. Voer de correctie als volgt uit:
– steek de brander aan en laat hem maximaal 10
minuten branden met maximaal vermogen;
– draai de draairegelaar tot het minimum;
– trek de stelknop van de roterende regelstang;
– stel het minimum in met een kleine
schroevendraaier door de bypassschroef met de
wijzers van de klok mee te draaien totdat het
gewenste vlamvermogen is ingesteld.
2. Breng de knop van de draairegelaar weer aan en draai hem snel van de
maximum- naar de minimumstand en controleer de vlam. Zorg ervoor dat de
afstelling voldoende is om het juiste verwarmingsniveau van het thermokoppel
te behouden. Als dit niet het geval is, past u de minimale vlaminstelling aan.
3. Zorg er na het vervangen van sproeiers of andere instellingen voor dat de vlam
een blauwachtige kleur heeft; dat het stabiel is en geluidloos; dat het niet van de
brander scheidt en bij het overschakelen van grote naar kleine vlam, trekt de
vlam zich niet terug.
VOORZICHTIG!
Het apparaat werkt alleen correct als de druk in het gasnet tussen de
waarden ligt die in Tabel 1 "Bestemmingslanden / Gasdruktabel" voor de
verschillende gascategorieën gegeven worden.
VOORZICHTIG!
Na eventuele vervangingen of aanpassingen aan het apparaat moeten alle
betrokken onderdelen weer correct worden gemonteerd, zodat het
apparaat weer gebruiksklaar is.
Voer altijd een lektest uit met een zeepoplossing, gebruik hiervoor nooit
een open vlam.
1519821
Afb. 12
NL
27 / 46