nl Flex Zone
Automatische modus met sensorregeling
inschakelen
Leg in de basisinstellingen de instelling voor de au-
▶
tomatische modus vast.
→ "Basisinstellingen", Pagina 21
a De optimale vermogensstand wordt met behulp van
een sensor automatisch ingesteld.
Automatische modus met sensorregeling
uitschakelen
Druk op
totdat een andere vermogensstand of
▶
brandt.
a De automatische modus met sensorregeling is uit-
geschakeld.
9.10 Naventilatie
De naventilatie start alleen wanneer er minstens één
kookzone minimaal één minuut was ingeschakeld. Na-
dat u de kookzone uitschakelt, blijft het ventilatiesys-
teem nog enkele minuten lopen, om de nog aanwezige
kookdamp te verwijderen. Daarna schakelt het ventila-
tiesysteem automatisch uit.
Wanneer u alle kookzones uitschakelt, dan branden
en
. De naventilatie is ingeschakeld.
Wanneer u een kookzone inschakelt, dan schakelt de
naventilatie uit.
Naventilatie uitschakelen
Stel met
de vermogensstand
▶
a De naventilatie wordt beëindigd.
9.11 Interval-ventilatie inschakelen
Bij de interval-ventilatie schakelt het apparaat de venti-
latie steeds 6 minuten per uur in.
Vereiste: Er is een kookstand gekozen.
Druk net zo vaak op
▶
a De intervalventilatie is geactiveerd.
Opmerking: Wanneer u het apparaat uitschakelt, dan
blijft de intervalventilatie ingeschakeld.
9.12 Interval-ventilatie uitschakelen
Stel met
de vermogensstand
▶
a De interval-ventilatie is uitgeschakeld.
9.13 Kleur van de lichtring wijzigen
Opmerking: De lichtring van de bedieningsknop brandt
bij bedrijf oranje. U kunt kiezen tussen een heldere en
een donkere tint oranje.
Flex Zone
10 Flex Zone
U kunt de flex-kookzone, al naar gelang de behoefte
als één individuele kookzone of als twee onafhankelijke
kookzones gebruiken. De flex-kookzone bestaat uit vier
inductoren. De inductoren werken onafhankelijk van el-
kaar en activeren alleen dat deel van de kookplaat dat
wordt bedekt door kookgerei.
14
in.
of
totdat
brandt.
in.
Voer de volgende bedieningsstappen zonder onder-
1.
breking na elkaar uit.
Druk de bedieningsknop in en draai deze naar links
2.
op
.
Houd de bedieningsknop ingedrukt.
Draai de bedieningsknop naar rechts op .
3.
Houd de bedieningsknop ingedrukt.
4.
Draai de bedieningsknop naar links op .
brandt.
a
a De lichtring van de bedieningsknop brandt geel.
a Het menu voor het wijzigen van de oranjetint is geo-
pend.
Druk de bedieningsknop in en draai deze naar
5.
rechts op .
a Na ca. 5 seconden brandt de lichtring op de bedie-
ningsknop groen.
a De kleur is gewijzigd.
De kleurwijziging ongedaan maken
Vereiste: U bevindt zich in het menu voor het wijzigen
van de oranjetint.
→ "Kleur van de lichtring wijzigen", Pagina 14
Druk om de instelling ongedaan te maken, de be-
▶
dieningsknop in en deze naar links op
draaien.
a De lichtring van de bedieningsknop brandt groen.
Verlaat het menu en sla de instellingen op
Druk de bedieningsknop in en draai deze naar links
1.
op
.
Houd de bedieningsknop ingedrukt.
Draai de bedieningsknop naar rechts op .
2.
Houd de bedieningsknop ingedrukt.
Draai de bedieningsknop naar links op .
3.
a De lichtring op de bedieningsknop dooft.
a De instellingen zijn opgeslagen.
10.1 Positie van het kookgerei bij een
individuele kookzone
Hier vindt u een overzicht van de positionering van het
kookgerei.
Positioneer het kookgerei gecentreerd om een goede
panherkenning en warmteverdeling te waarborgen.
en weer op