Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is gebruiksklaar aanges-
loten. De aansluiting voldoet aan de geldige VDE- en DIN-
bepalingen.
De netaansluiting bij de klant en het gebruikte verlengsnoer
moeten eveneens aan deze bepalingen voldoen.
Belangrijke opmerkingen
Bij overbelasting van de motor schakelt deze automatisch
uit. Na een (verschillende) afkoeltijd kunt u de motor
opnieuw inschakelen.
Beschadigde elektrische aansluitleiding
De isolatie van elektrische aansluitleidingen wordt vaak
beschadigd. Oorzaken zijn:
• plaatsen waar aansluitleidingen door venster- of deu-
ropeningen worden gebracht;
• knikken door ondeskundige bevestiging of plaatsing
van de aansluitleiding;
• sneden door over de aansluitleiding te rijden;
• beschadigde isolatie door de kabel uit het stopcontact
te trekken;
• scheuren door veroudering van de isolatie.
Gebruik dergelijke beschadigde elektrische aansluitlei-
dingen niet, door de beschadigde isolatie zijn deze le-
vensgevaarlijk.
Controleer elektrische aansluitleidingen regelmatig op
schade. Zorg ervoor dat bij de controle de aansluitleiding
niet op het elektriciteitsnet is aangesloten.
Elektrische aansluitleidingen moeten aan de geldende
VDE- en DIN-bepalingen voldoen. Gebruik enkel aanslu-
itleidingen met aanduiding H 05 VV-F. De type-omschri-
jving moet verplicht op de aansluitleiding vermeld zijn.
Wisselstroommotor
• De netspanning moet 230 - -240 volt bedragen.
• Verlengsnoeren moeten tot een lengte van 25 m een
diameter van 1,5 mm² hebben.
De elektrische uitrusting mag enkel door een elektricien
aangesloten en gerepareerd worden.
Vermeld bij vragen de volgende gegevens:
• fabrikant van de motor
• stroomtype van de motor
• gegevens op het typeplaatje van de machine
• gegevens op het typeplaatje van de motor
Toebehoren
RAIL
50
Als u voor buitengewone onderhoudswerkzaamheden of voor
reparaties tijdens de garantieperiode en later een beroep
wilt doen op vakpersoneel, neemt u contact op met een door
ons geadviseerde klantenservice of rechtstreeks met de fa-
brikant.
• Bij instandhoudings-, onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden en bij het verhelpen van storingen schakelt
u principieel altijd de aandrijving uit.
• Alle beveiligings- en beschermingsinrichtingen moeten
na de reparatie- en onderhoudswerkzaamheden onmid-
dellijk weer worden gemonteerd.
NORMALE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
Ook niet opgeleid personeel kan de normale onderhouds-
werkzaamheden uitvoeren; deze worden in alle voorafga-
ande hoofdstukken evenals in dit hoofdstuk beschreven.
• De duikzaag moet niet gesmeerd worden, aangezien
deze altijd droge oppervlakken snijdt. Alle bewegende
machineonderdelen zijn zelfsmerend.
• Indien mogelijk draagt u bij de onderhoudswerkzaam-
heden altijd persoonlijke beschermende uitrusting (vei-
ligheidsbril en handschoenen).
• Verwijder regelmatig de spaanders door de snijzone en
de aanlegvlakken te reinigen.
Wij adviseren daartoe het gebruik van een zuiginrichting
of van een kwast.
OPGELET: Gebruik geen perslucht!
Controleer het zaagblad regelmatig: indien u bij het za-
gen problemen ondervindt, laat u het zaagblad door een
vakman opnieuw slijpen of, afhankelijk van de toestand,
vervangen.
KLANTENSERVICE
Als u voor buitengewone onderhoudswerkzaamheden of
voor reparaties tijdens de garantieperiode en later een be-
roep wilt doen op vakpersoneel, neemt u contact op met
een door ons geadviseerde klantenservice of rechtstreeks
met de fabrikant, als in uw buurt geen klantenservice
aanwezig is.
1400 MM
Onderhoud