FD-R Extended.2
Deze trafo's zijn voor de voorheen gebruikelijke netspanning van
220 V geproduceerd en verwekken bij het omschakelen van de
rijrichting
zeer
hedendaagse normale netspanning van 230V kunnen zulke hoge
spanningsimpulsen optreden, dat er schade ontstaat aan de
onderdelen van de decoder. Gebruik daarom uitsluitend rijtrafo's, die
voor de hedendaagse normale netspanning van 230 V zijn
geproduceerd!
Het in- en uitschakelen van de functie-uitgangen is bij analoog bedrijf
niet mogelijk. Ze kunnen dusdanig worden geprogrammeerd dat ze in
het analoog bedrijf of in- of uitgeschakeld zijn. De effecten die voor de
uitgangen zijn ingesteld zijn ook actief binnen het analoog bedrijf.
Uitgangen die met F0 worden geschakeld, worden bij gebruik op
analoge gelijkstroom modelspoorwegen overeenkomstig de rijrichting
in- of uitgeschakeld, vooropgesteld, dat de retourleiding van de lampen
of de overige apparaten met de retourleiding voor alle functies van de
decoder is verbonden.
4.2. Functie-uitgangen
De decoder heeft fijf functie-uitgangen met een maximale stroom van
elk 300 mA (F0f, F0r, AUX1, AUX2) of
500 mA (AUX3).
De totale maximum stroom van de decoder bedraagt 1.200 mA.
Effecten voor de functie-uitgangen
Knipperen (alle uitgangen). De frequentie en de impulsduur van de
knipperlichten kan worden ingesteld. Voorbeeld: afwisselend of
willekeurig oplichten.
Kicken (alle uitgangen). De functie-uitgangen kunnen zo worden
ingesteld dat ze eerst voor maximaal 12,5 seconden de volle spanning
behouden en daarna worden uitgeschakeld. Voorbeeld: Bij enkele typen
hoge
spanningsimpulsen.
Nederlands
Bij
gebruik
van
Pagina 11
de