Opmerking: Door een opstartapparaat te selecteren in het menu Startup Devicewordt de opstartvolgorde
niet permanent gewijzigd.
De opstartvolgorde bekijken of wijzigen
In dit gedeelte vindt u instructies voor het bekijken of permanent wijzigen van de geconfigureerde
opstartvolgorde.
Om de ingestelde opstartvolgorde te bekijken of te wijzigen, gaat u als volgt te werk:
1. Start het programma Setup Utility. Zie "Het programma Setup Utility starten" op pagina 51.
2. Selecteer Startup ➙ Startup Sequence. Bekijk de informatie die aan de rechterkant van het scherm
wordt afgebeeld.
3. Selecteer de opstartapparaten voor de Primary Startup Sequence, de Automatic Startup Sequence en
de Error Startup Sequence.
4. Druk op Esc om terug te gaan naar het hoofdmenu van het programma Setup Utility. Mogelijk moet u
meerdere malen op Esc drukken.
5. Druk op F10 als u de gewijzigde instellingen wilt opslaan en het programma Setup Utility wilt afsluiten.
Opmerkingen:
a. Als u de nieuwe instellingen niet wilt opslaan, kiest u Exit ➙ Exit the Setup Utility without saving.
b. Als u de standaardinstellingen wilt herstellen, drukt u op F9 of selecteert u Exit ➙ Load Default
Settings.
Geavanceerde instellingen
Bij sommige computermodellen bevindt er zich in het menu Advancedeen instelling voor het in- of
uitschakelen van HyperThreading. Deze functie werkt alleen bij besturingssystemen die kunnen werken met
HyperThreading, zoals Windows 7. De standaardinstelling voor HyperThreading is enabled (ingeschakeld).
Als u echter Enabled kiest en een besturingssysteem gebruikt dat geen HyperThreading ondersteunt, kan
het prestatievermogen van de computer afnemen. Stel HyperThreading dus altijd in op Disabled, behalve
als u zéker weet dat het besturingssysteem HyperThreading ondersteunt.
Setup Utility afsluiten
Als u klaar bent met het bekijken of wijzigen van de instellingen, drukt u op Esc om terug te gaan naar het
hoofdmenu van het programma Setup Utility. Mogelijk moet u meerdere malen op Esc drukken. Voer daarna
een van de volgende handelingen uit:
• Als u de gewijzigde instellingen wilt opslaan en het programma Setup Utility afsluiten, drukt u op F10.
Doet u dat niet, dan worden de wijzigingen niet bewaard.
• Als u de nieuwe instellingen niet wilt opslaan, kiest u Exit ➙ Exit the Setup Utility without saving.
• Als u de standaardinstellingen wilt herstellen, drukt u op F9 of selecteert u Exit ➙ Load Default Settings.
54
ThinkStation Handboek voor de gebruiker