Hoofdstuk 4. Werken met het programma Setup Utility
U kunt het programma Setup Utility gebruiken om de configuratie van de computer te bekijken en te wijzigen,
ongeacht het besturingssysteem dat u gebruikt. De instellingen die u in uw besturingssysteem kiest, kunnen
eventuele vergelijkbare instellingen in het programma Setup Utility echter overschrijven.
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen in verband met het werken met het
programma Setup Utility:
•
"Het programma Setup Utility starten" op pagina 51
•
"Instellingen bekijken of wijzigen" op pagina 51
•
"Wachtwoorden gebruiken" op pagina 51
•
"Een opstartapparaat kiezen" op pagina 53
•
"Setup Utility afsluiten" op pagina 54
Het programma Setup Utility starten
In dit gedeelte vindt u instructies voor het starten van Setup Utility.
Om het programma Setup Utility te starten, doet u het volgende:
1. Controleer of de computer uit staat.
2. Druk herhaaldelijk op de toets F1 wanneer u de computer aanzet. Als u meerdere geluidssignalen hoort
of het logo-scherm ziet, laat u de toets F1 los. Het programma Setup Utility wordt gestart.
Opmerking: Als er een wachtwoord is ingesteld, wordt het menu van het programma Setup Utility pas
afgebeeld nadat u het juiste wachtwoord hebt getypt. Meer informatie vindt u in "Wachtwoorden
gebruiken" op pagina 51.
Het programma Setup Utility kan automatisch worden gestart als er bij de POST (zelftest) wordt ontdekt dat
er hardware is geïnstalleerd of verwijderd.
Instellingen bekijken of wijzigen
Het menu van het programma Setup Utility bestaat uit een lijst met instellingen van de systeemconfiguratie.
Om de instellingen te bekijken of te wijzigen, moet u het programma Setup Utility starten. Zie "Het
programma Setup Utility starten" op pagina 51. Volg daarna de instructies op het scherm.
Voor het programma Setup Utility moet u het toetsenbord gebruiken. Welke toetsen worden gebruikt om de
verschillende taken uit te voeren, wordt onder aan elk scherm afgebeeld.
Wachtwoorden gebruiken
Met het programma Setup Utility kunt u een wachtwoord instellen om onbevoegde toegang te voorkomen
tot uw computer en gegevens. De volgende opties zijn beschikbaar voor het instellen van een
beheerderswachtwoord (administrator password) of een gebruikerswachtwoord (user password):
• Set Administrator Password
• Set User Password
© Copyright Lenovo 2010, 2011
51