Econcept 35 A
Controles tijdens de werking
• Controleer de lekdichtheid van het brandstofcircuit en van de waterinstallaties.
• Controleer de goede werking van de schoorsteen en de rookgas-luchtpijpen tijdens het werken van
de verwarmingsketel.
• Controleer of de watercirculatie tussen de verwarmingsketel en de installaties correct verloopt.
• Verzeker u ervan of de voorgemengde brander correct moduleert, zowel tijdens het verwarmen als
tijdens het leveren van warm water.
• Controleer of de ontsteking van de verwarmingsketel correct verloopt door hem herhaaldelijk in- en
uit te schakelen met behulp van de omgevingsthermostaat of de afstandsbediening.
• Verzeker u ervan dat het brandstofverbruik dat de meter aangeeft overeenkomt met de waarden die
vermeld staan in de tabel met technische gegevens in hfdst. 4.
• Controleer of de toevoer van de sanitair water juist is en overeenkomt met t van de tabel: neem geen
genoegen met metingen uitgevoerd met empirische methodes. De meting dient uitgevoerd te worden
met geschikte instrumenten en, met het oog op warmteverlies in de leidingen, zo dicht mogelijk bij
de verwarmingsketel.
• Verzeker u ervan dat zonder vraag naar verwarming de brander toch correct aanslaat wanneer een
kraan voor sanitair warm water opengedraaid wordt. Controleer of de verwarmingscirculatiepomp
uitgeschakeld wordt gedurende de verwarmingsfunctie op het moment dat een warmwaterkraan
wordt opengedraaid en of er naar behoefte sanitair warm water wordt geleverd.
• Controleer de correcte programmering van de parameters en programmeer het apparaat op grond
van uw persoonlijke behoeften (compensatiecurve, vermogen, temperatuur e.d.)
Uitzetten
Druk op de toets ON/OFF (zie afb. 1).
Wanneer de verwarmingsketel met behulp van deze toets wordt uitgezet is de elektronische kaart niet
meer aangesloten op de elektrische voeding en wordt het antivriessysteem uitgesloten.
Sluit de gaskraan bovenstrooms van de verwarmingsketel en koppel de elektrische voeding naar het
apparaat af.
Voor lange pauzes tijdens de winterperiode is het raadzaam, ter voorkoming van vorstschade, al
het water in de verwarmingsketel, het sanitaire water en het water in de installatie af te tappen;
of alleen het sanitaire water af te tappen en een speciaal antivriesproduct in de verwarmingsin-
stallatie te doen.
3.3 Onderhoud
De volgende werkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalificeerd en hiervoor opgeleid perso-
neel worden uitgevoerd, zoals het personeel van onze Verkooporganisatie en van de Technische
Klantenservice in de betreffende regio.
Periodieke controle van de verwarmingsketel en de afvoerleiding
Het wordt geadviseerd minstens eenmaal per jaar de volgende controles te laten uitvoeren aan het
apparaat:
• De bedienings- en veiligheidsinrichtingen (gasklep, doorstromingsmeter, thermostaten e.d.) moeten
correct functioneren.
• De lucht-rookgaspijpen en het eindstuk mogen niet verstopt zijn en geen sporen van lekkage vertonen.
• De gas- en waterinstallaties moeten lekdicht zijn.
• De brander en de warmtewisselaar moeten goed schoon zijn. Volg de instructies van de volgende
paragraaf op.
• De elektroden moeten vrij zijn van afzetting en correct zijn aangebracht.
• De waterdruk van de installatie moet in ruststand ongeveer 1 bar bedragen; indien dit niet het geval
is moet de installatie weer op deze waarde worden ingesteld.
• Het expansievat moet gevuld zijn.
• Het debiet en de druk van het gas moeten overeenkomen met de waarden die in de respectievelijke
tabellen zijn vermeld.
• De circulatiepompen mogen niet geblokkeerd zijn.
• Het condensafvoersysteem moet efficiënt werken en geen sporen van lekkage of verstopping verto-
nen.
59