Econcept 35 A
De totale lengte van de coaxiale pijp in strekkende
meter mag niet groter zijn dan de maximumlen-
gtes die worden vermeld in onderstaande tabel;
bedenk daarbij dat elke bocht de aangegeven
reductie tot gevolg heeft. Bijvoorbeeld een
pijpleiding D= 60/100 bestaande uit 1 bocht
90° +1 horizontale meter + 2 bochten 45° + 1
horizontale meter heeft een totale lengte die
equivalent is aan 4 meter.
Tabel 5a
Maximaal toelaatbare
lengte pijpen
(Horizontaal)
Maximaal toelaatbare
lengte pijpen
(Verticaal)
Tabel 5b
Reductiefactoren voor bochten
Voor de installatie:
1. Bepaal de installatiepositie van het apparaat
2. Boor een gat in de wand voor de uitgang van
de lucht/rookgaspijpen volgens de referenties
in de afbeeldingen en bedenk daarbij dat de
horizontale leidingtrajecten ongeveer 3 mm per
meter lengte naar beneden moeten hellen om
te voorkomen dat er eventueel regenwater in
de verwarmingsketel terecht komt.
3. Boor een gat met een diameter die 10 -
20 mm groter is dan de nominale diameter
van de coaxiale pijp die gebruikt wordt om de
plaatsing te vergemakkelijken.
4. Zaag het eindstuk van de pijp zo nodig op
maat en bedenk daarbij dat de externe pijp
10 - 60 mm uit de muur moet steken (afb. 11a
en 11b). Verwijder de braam.
5. Sluit de pijpen op de verwarmingsketel aan en
plaats daarbij de pakkingen op correcte wijze
en dicht de verbindingspunten aan de muur af
met de afdichtingsmoffen.
Hellende dakpan
5 m
13 m
6 m
14 m
1 m
0,5 m
0,5 m
0,25 m
Verticale Uitlaat
1KWMA83U
Eindstuk dak
1KWMA82U
1KWMA56U
240
240
afb. 11c
1KWMA71W
53