Weersafhankelijke temperatuur
Wanneer de externe sonde (optioneel) wordt geïnstalleerd, werkt het regelsysteem van de verwarmingsketel
met een "Weersafhankelijke temperatuur". In deze mode wordt de temperatuur van de verwarmingsinstallatie
gereguleerd overeenkomstig de externe weersomstandigheden, zodat gedurende het hele jaar verhoogd
comfort en energiebesparing wordt gegarandeerd. Namelijk bij toename van de buitentemperatuur wordt
de uitgangstemperatuur van de installatie volgens een vastgestelde "compensatiecurve) verlaagd.
Bij een regeling met Weersafhankelijke temperatuur wordt de temperatuur die ingesteld is bij parameter
1 van het werkingsmenu, de maximumuitgangstemperatuur van de installatie. Aanbevolen wordt om de
maximumwaarde in te stellen, zodat het systeem bij het regelen gebruik kan maken van het gehele functio-
neringsbereik.
De verwarmingsketel moet tijdens de installatiefase door gekwalificeerd personeel worden afgesteld. Ter
verhoging van het comfort kan de gebruiker echter ook enige aanpassingen programmeren: ga voor het
wijzigen van de compensatiecurve naar het functiemenu met de toets
het menu tot aan parameter 3.
Hier wordt de ingestelde compensatiecurve weergegeven (zie onderstaande grafiek). Door op één van
de toetsen
gewenste waarde worden ingesteld. Om de nieuwe curve te activeren op de toets [IMG]. drukken. Om de
instelling te annuleren niet op de toets
90
85
80
70
60
50
40
30
20
20
Is de verwarmingsketel aangesloten op een afstandsbediening (optioneel), dan kunnen bovenge-
noemde regelingen (temperatuur installatie, temperatuur sanitair, compensatiecurve) uitsluitend
uitgevoerd worden met behulp van dergelijke afstandsbediening. Het gebruikersmenu op het
bedieningspaneel is gedeactiveerd en dient uitsluitend voor weergave.
42
te drukken begint het display te knipperen en kan met behulp van de toetsen
, maar op de toets
10
9
8
7
6
10
0
-10
Buitentemperatuur °C
drukken.
Als de omgevingstemperatuur lager blijkt dan de
gewenste waarde wordt aanbevolen een hogere
5
curve in te stellen en omgekeerd. Verhoog of verlaag
de curve met één eenheid en verifieer daarna de
4
omgevingstemperatuur.
3
2
1
afb. 2
-20
Econcept 35 A
en blader met de toets
door
de