EEN KAARTOEFENING OF EEN VOORAF
INGESTELDE OEFENING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op bladzijde
18.
2. Selecteer het hoofdmenu of de
oefeningbibliotheek.
Druk op de pictogram-
men linksonder op het
scherm of selecteer het
hoofdmenu (A) of de
oefeningenbibliotheek
(B).
3. Selecteer een oefening.
Voor het selecteren van een oefening drukt u op de
gewenste toets op het scherm. Let op: De weer-
gegeven kaartoefeningen op uw bedieningspaneel
zullen periodiek wijzigen. Om een van de weer-
gegeven oefeningen voor toekomstig gebruik te
bewaren, kunt u deze als een favoriet toevoegen
(zie stap 8 op bladzijde 22). Om uw eigen kaar-
toefening te tekenen, zie rechts EEN TEKEN JE
EIGEN KAARTOEFENING GEBRUIKEN.
Het scherm zal de duur en de afstand van de oefe-
ning en het geschatte aantal calorieën dat u tijdens
de oefening zult verbranden aangeven.
4. Start de oefening.
Raak de toets Start aan om de oefening te starten.
Kort nadat u op de toets heeft gedrukt, begint de
loopband te bewegen. Houd de handleuningen
vast en begin te lopen.
Tijdens een oefening zal een kaart op het scherm
uw vordering tonen.
De oefening werkt op dezelfde wijze als de hand-
matige modus (zie bladzijde 20 tot 21).
Als u het einde van de oefening nadert, dan zal de
loopband vertragen en stoppen en zal een oefe-
ningoverzicht op het scherm verschijnen. Druk op
de toets Finish (beëindigen) om terug te keren naar
het hoofdscherm als u het oefeningoverzicht hebt
bekeken. U kunt ook uw resultaten of bewaren of
publiceren met een van de opties op het scherm.
5. Controleer uw voortgang op de displayopties.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
A
B
EEN TEKEN JE EIGEN KAARTOEFENING
GEBRUKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
2. Selecteer een teken je eigen kaartoefening.
3. Teken je kaart.
22
Zie stap 5 op bladzijde 20.
Zie stap 6 op bladzijde 21.
Zie stap 7 op bladzijde 21.
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 21.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op bladzijde
18.
Druk op de toets Draw Your Own Map (teken je
eigen kaart) op het scherm om een teken je eigen
kaartoefening te selecteren.
Navigeer naar het gebied op de kaart waar u uw
oefening wilt tekenen door uw vingers over het
scherm te schuiven. Druk op het scherm om het
startpunt van uw oefening toe te voegen. Druk
vervolgens op het scherm om het eindpunt van
uw oefening toe te voegen. Let op: Indien u de
oefening op hetzelfde punt wilt starten en eindigen,
gebruikt u de toetsen Loop (lus) of Out & Back
(heen en weer) links op het scherm. U kunt ook
selecteren of u wilt dat uw oefening over de weg
gaat.
Indien u een fout maakt, kunt u de toets Undo
(ongedaan maken) links op het scherm gebruiken.
Het scherm zal de verhoging en afstandsstatistie-
ken voor uw oefening weergeven. Indien u wenst
kunt de standaard snelheid wijzigen.