REMKO
Niveau 4 - SPECIALIST - Beschrijving van de parameters en instelwaarden - Vervolg
Zonnepaneel/MF - Functie M4 - Vervolg
Beschrijving
• 24 = Terugloopverhoging warmtegenerator 1.
T-Terugloop 1 = Teruglooptemperatuur van de installatie
(= T-MF 1-4).
De pomp voor de terugloopverhoging wordt ingeschakeld,
als de teruglooptemperatuur onder de ingestelde
grenstemperatuur T-MF 1 Richt zakt.
(T-Terugloop 1 < T-MF 1 Richt).
De pomp wordt weer uitgeschakeld als de
teruglooptemperatuur met de hysterese MF 1 Hyst boven de
ingestelde grenstemperatuur komt
(T-Terugloop 1 > [T-MF 1 Richt + MF 1 Hyst]).
• 25 = Terugloopverhoging warmtegenerator 2.
T-Terugloop 2 = Teruglooptemperatuur van de installatie
(= T-MF 1-4).
De pomp voor de terugloopverhoging wordt ingeschakeld,
als de teruglooptemperatuur onder de ingestelde
grenstemperatuur T-MF 1 Richt zakt.
(T-Terugloop 2 < T-MF 1 Richt).
De pomp wordt weer uitgeschakeld als de
teruglooptemperatuur met de hysterese MF 1 Hyst boven de
ingestelde grenstemperatuur komt
(T-Terugloop 2 > [T-MF 1 Richt + MF 1 Hyst]).
• 26 = Terugloopverhoging warmtegenerator via
bufferreservoir.
Het ventiel voor de terugloopverhoging via het bufferreservoir
gaat open, als de temperatuur van het bufferreservoir Onder
(T-Buffer O) met de hysterese MF 1 Hyst + 5K boven de
teruglooptemperatuur van de installatie [voeler 01 c.q. 01-04]
komt (T-Buffer O > T-MF 1 + MF 1 Hyst + 5K).
Het wordt weer gesloten, als de temperatuur van het
bufferreservoir Onder onder de teruglooptemperatuur komt
(T-buffer O < T-MF 1 + MF 1 Hyst).
• 27 = Reservoir-laadpomp 1 (Pomp loopt als het
warmwaterreservoir d.m.v. zonne-energie kan worden
beladen).
De temperatuur van het medium waarmee het reservoir wordt
geladen, wordt altijd gemeten bij de MF 4-voeler (T-MF 4)
gemeten. Uitzondering: Bij functie 23 op MF 4 wordt de voeler
die aan het MF-relais van reservoir-laadpomp 1 is toegewezen,
gebruikt om de temperatuur te bepalen van het medium voor
de opslaglading (T-Zonne).
T-Zonne (T-MF 4) = Temperatuur van de zonnecollector.
T-Zonne (T-MF 1-3) = Temperatuur van de warmtewisselaar.
T-WW O [voeler 12] = Temperatuur van het warmwater-
reservoir bij de invoer.
AAN: T-Zonne > [T-WW O + MF Hyst].
UIT: T-Zonne < [T-WW O + MF Hyst Uit].
De pomp wordt ingeschakeld, als de temperatuur van de
zonnecollector met de inschakelhysterese MF Hyst boven de
temperatuur van het reservoir bij de invoer T - WW O komt
(T-Zonne > [T-WW O + MF Hyst]).
De pomp wordt uitgeschakeld, als de temperatuur van de
zonnecollector onder de temperatuur T-WW O + MF Hyst Uit
zakt (T-Zonne < [T-WW O + MF Hyst Uit]).
44
WARMTEPOMP-MANAGER MULTITALENT & MULTITALENT PLUS
Beschrijving
• 28 = Reservoir-laadpomp 2 (Pomp loopt als het
bufferreservoir d.m.v. zonne-energie kan worden beladen en
het warmwaterreservoir niet).
Functie F15 moet op 5 staan.
De temperatuur van het medium waarmee het reservoir
wordt geladen, wordt altijd gemeten bij de MF 4-voeler (T-
MF 4) gemeten.
Uitzondering: Bij functie 23 op MF 4 wordt de voeler die
aan het MF-relais van reservoir-laadpomp 2 is toegewezen,
gebruikt om de temperatuur te bepalen van het medium
voor de opslaglading (T-Zonne).
T-Zonne (T-MF 4) = Temperatuur van de zonnecollector.
T-Buffer O [voeler 01] = Temperatuur van het
bufferreservoir bij de invoer.
De pomp wordt ingeschakeld, als de temperatuur van de
zonnecollector met de inschakelhysterese MF Hyst boven
de temperatuur van het reservoir bij de invoer T - Buffer O
komt (T-Zonne > [T-Buffer O + MF Hyst]).
De pomp wordt uitgeschakeld, als de temperatuur onder de
temperatuur T-buffer O + MF Hyst Uit zakt.
(T-Zonne < [T-Buffer O + MF Hyst Uit]).
• 29 = Reservoir-laadpomp 3 (Pomp loopt als reservoir 3
d.m.v. zonne-energie kan worden beladen en het
bufferreservoir niet.)
Functie F15 moet op 5 staan.
De temperatuur van het medium waarmee het reservoir
wordt geladen, wordt altijd gemeten bij de MF 4-voeler (T-
MF 4) gemeten.
Uitzondering: Bij functie 23 op MF 4 wordt de voeler die
aan het MF-relais van reservoir-laadpomp 3 is toegewezen,
gebruikt om de temperatuur te bepalen van het medium
voor de opslaglading (T-Zonne).
T-Zonne (T-MF 4) = Temperatuur van de zonnecollector.
T-Reservoir 3 [voeler 159] = Temperatuur van reservoir 3 bij
de invoer.
De pomp wordt ingeschakeld, als de temperatuur van de
zonnecollector met de inschakelhysterese MF Hyst boven de
temperatuur van het reservoir bij de invoer T - Reservoir 3
komt (T-Zonne > [T-Reservoir 3 + MF Hyst]).
De pomp wordt uitgeschakeld, als de temperatuur onder de
temperatuur T-Reservoir 3 + MF Hyst Uit zakt
(T-Zonne < [T-Reservoir 3 + MF Hyst Uit]).
• 30 = Omlaadpomp WW-reservoir 2.
Functie F15 moet op 4 staan.
Het relais schakelt als de temperatuur van het
warmwaterreservoir met de hysterese MF Hyst boven de
temperatuur van voeler 15 komt.
De pomp wordt uitgeschakeld, als de temperatuur van het
reservoir onder de temperatuur [voeler 15 + MF Hyst Uit]
zakt.