Niveau 4 - SPECIALIST - Beschrijving van de parameters en instelwaarden - Vervolg
Configuratie - Vervolg
Omschrijving
Waardebereik
Koelbedrijf
F15 Functie)
E1 Functie
Signaalverwerking
(EVU-blokkering/
vrijgave)
E2 Functie
Signaalverwerking
Combi-storing bui-
tenmodule en
Debietregeling
Voeler
1k/5k sensoren
Fabrieksinstelling
Aan/Uit
Aan
07 = zonder
binnengrenzen
warmte-
hoeveelheidmeter
00-09
09 = met
binnengrenzen
warmte-
hoeveelheidmeter
00-03
02
00-03
03
5k sensoren
Beschrijving
Vrijgave van de bedrijfssoort Koelen en de benodigde instel-
waarden.
Instellen van de voelerfunctie voor voeler 15.
• 00 = Kamersensor voor verwarmingscircuit 2.
Als in deze stand nog een voeler bij de impulsingang gedetec-
teerd wordt (IMP = Voeler 17), dan wordt een FBR via de voe-
lers 15 en 17 berekend. Als voeler 17 door een andere functie is
bezet, dan wordt via voeler 15 een FBR berekend.
• 01 = 0-10V ingang voor het bepalen van een externe combi-
natie-richttemperatuur.
• 02 = Lichtsensor (geen functie).
• 03 = 0-10V ingang voor het bepalen van een externe modu-
latiegraad.
• 04 = = Tweede voeler voor MF - functie.
• 05 = Reservoir 3 (bijv. zwembad).
• 06 = Omschakeling serievolgorde-/prioriteiten (bijv. voor
volgorde warmtepompen - conventionele warmtegeneratoren)
Open contact: warmtegenerator Serie 1 is actief.
Kortsluiting tegen massa: warmtegenerator Serie 2 is actief.
• 07 = Blokkeren van de warmtepompen (bijv. EVU-contact).
Open contact: Warmtepompen zijn vrijgegeven.
Kortsluiting tegen massa: Warmtepompen zijn geblokkeerd en
de melding „EVU uitgeschakeld" verschijnt in het display.
• 08 = Combi-storing warmtepompen.
Open contact: Warmtepompen zijn vrijgegeven.
Kortsluiting tegen massa: Storing van alle warmtepompen
(foutmelding, blokkeren van de warmtepompen en de bijbe-
horende warmtegenerator-pompen na het uitlopen van de
pompen).
• 09 = Configuratie voor een volumestroomgever ( impuls-
gever ). Belangrijk om de functie warmteverbruiksmeter te
activeren.
• 00 = Geen functie.
• 01 = Omschakeling serievolgorde-/prioriteiten
(bijv. voor volgorde warmtepompen - conventionele
warmtegeneratoren).
230V aan E1/E2: warmtegenerator Serie 1 is actief.
Geen fase aan E1/E2: warmtegenerator Serie 2 is actief.
• 02 = Blokkeren van de warmtepompen (EVU-blokkering).
230V aan E1: Warmtepompen zijn vrijgegeven.
Geen fase aan E1: Warmtepompen zijn geblokkeerd en de
melding „EVU uitschakelen" verschijnt in het display.
• 03 = Combi-storing warmtepompen.
230V aan E2: Warmtepompen zijn vrijgegeven.
Geen fase aan E2: Storing van de warmtepomp en weergave
"Storing warmtepomp" evenals de rode controlelamp.
Instellen van de aanwezige weerstandkarakteristiek van de
aangesloten voelers (NTC).
29