5.3
Ketelplaat (Afb. 5)
5.4
Lengte monding (Afb. 6)
5.5
Bevestiging van de brander op de ketel (Afb. 7)
Demonteer de monding 9) van de brander 6):
– Los de 4 schroeven 3) en neem de kap 1) weg.
– Draai de schroeven 2) los van de twee geleiders 5).
– Verwijder de 2 schroeven 4) die de brander 6) op de flens 7)
bevestigen.
– Verwijder de monding 9) compleet met flens 7) en geleiders 5).
Voorijking branderkop
Voor het model RL 130/M moet nu gecontroleerd worden of het
maximum debiet van de brander in de 2° vlamgang zich in gebied
B of in gebied C van het werkingsveld ligt. Raadpleeg pag. 9.
Als het in gebied B ligt, moet u geen werkzaamheden uitvoeren.
Als het in gebied C ligt:
– Draai de schroeven 1)(Afb. 7) los en demonteer de monding 5).
– Draai de schroeven 3) los en demonteer de afsluiter 4).
– Draai de schroeven 3) vast op de stang 2).
– Monteer de monding 5) en de schroeven 1) opnieuw.
All manuals and user guides at all-guides.com
Installatie
Afb. 5
D455
D1219
Afb. 6
11
NL
Boor gaten in de dichtingsplaat van de verbrandingskamer, zoals
aangegeven wordt in (Afb. 5). Met behulp van de thermische
flensdichting - samen met de brander geleverd - kunt u de juiste
positie van te boren gaten vinden.
mm
A
RL 70/M
185
RL 100/M
185
RL 130/M
195
Bij het kiezen van de lengte van de branderkop, moet u rekening
houden met de voorschriften van de ketelfabrikant. De kop moet
in ieder geval langer zijn dan de totale dikte van de keteldeur en
het hittebestendig materiaal. Volgende lengtes, L, zijn verkrijg-
baar:
Branderkop 9):
RL 70/M
• kort
272
• lang
385
Voor ketels met circulatie van rookgassen vooraan 12) of met vla-
minversiekamer, moet een vuurvaste bescherming 10) aange-
bracht worden tussen het vuurvaste materiaal van de ketel 11) en
de monding 9).
De bescherming moet zodanig aangebracht worden dat de mon-
ding verwijderd kan worden.
Voor ketels waarvan de voorkant met water gekoeld wordt, is
geen vuurvaste bescherming 10)-11)(Afb. 6) nodig als de fabri-
kant van de ketel er niet uitdrukkelijk om vraagt.
Nadat deze eventuele handeling is uitgevoerd, moet de flens 7)
(Afb. 6) bevestigd worden op de ketelplaat, en moet de bijgele-
verde pakking 8) geplaatst worden. Gebruik de 4 schroeven, die
ook geleverd worden, na de schroefdraad met een product tegen
het vastlopen te hebben ingesmeerd.
De dichting brander-ketel moet hermetisch zijn.
B
C
275-325
M 12
275-325
M 12
275-325
M 12
RL 100/M
RL 130/M
272
272
385
385
Afb. 7
D690
5996