Geldigheid: Installatie onder het werkvlak
1
1
Koudwateraansluiting
2
Warmwateraanvoer
▶
Controleer de waterdruk.
◁
De waterdruk is maximaal zo groot als de max.
toegestane druk.
–
Waterdruk: ≤ 0,5 MPa (≤ 5,0 bar)
▽
Als de waterdruk groter is dan de max. toegestane
druk, installeer dan een huisdrukregelaar.
1.
Installeer het smoorelement.
◁
De waterdoorstroming is maximaal zo groot als de
toegestane doorstroming.
–
≤ 5 l/min
1
2.
Sluit het product op de onderdrukkamer aan.
–
Aanhaalmoment: ≤ 25 Nm (≤ 18,4 ft⋅lb
5.2
Product vullen
1.
Open de koudwaterstopkraan.
2.
Vul de warmwaterboiler.
◁
Vul de elektrische warmwaterboiler in elk geval met
water vooraleer u hem inschakelt. De boiler is vol
als bij het openen van de warmwaterkraan water
naar buiten komt.
3.
Houd de uitloop van de onderdrukkamer vrij.
◁
Sluit geen slang of beluchter op de armatuur aan.
Als de elektrische warmwaterboiler verwarmt kan
vanwege warmte-uitzetting warm water uit de kraan
naar buiten komen.
0020244341_01 eloSTOR plus Installatie- en onderhoudshandleiding
3
4
2
3
Koudwateraansluiting
4
Netaansluiting
2
)
f
5.3
Elektrische installatie
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
Het aanraken van onder spanning staande
aansluitingen kan ernstig lichamelijk letsel
veroorzaken.
▶
Maak het product spanningvrij door alle
stroomtoevoerbronnen te onderbreken.
▶
Controleer of het product spanningvrij is.
▶
Beveilig alle toevoerleidingen en aanslui-
tingen om het per ongeluk onder spanning
zetten van het product te vermijden.
Gevaar!
Gevaar voor materiële schade!
Bij niet-naleving van de installatiestappen
kan er schade aan het product ontstaan.
▶
Sluit het product pas op het elektriciteits-
net aan als de elektrische warmwaterboi-
ler met water gevuld is.
1.
Controleer vóór de elektrische installatie of de plaatse-
lijke netspanning met de gegevens op het typeplaatje
van het product overeenkomt.
3
2
1
1
Netaansluitleiding met
netstekker
2
Controlelampje
3
Thermostaat
2.
Steek de stekker in een geaard stopcontact.
◁
De wandcontactdoos moet altijd toegankelijk zijn.
Installatie 5
TR
4
S
T
B
6
5
4
Massa-aansluiting
5
Oververhittingsbeveili-
ging
6
Verwarmingsspiraal
37