4.8.1 Doorvoeren van de kabels door wartels de regelaar in
1. Draai de twee schroeven los op het rechthoekige deksel
onder de regelaar en verwijder het deksel.
2. Maak de betreffende kabelwartel los en duw de kabel erdoor.
3. Sluit de kabel aan zoals aangegeven in het klemmenaansluit-
schema in afb. 55.
4. Draai de kabelwartel met de hand vast.
4.8.2 Aansluiten van de debietmeter (contactwatermeter)
1. Voer de besturingskabel vanaf de debietmeter
(contactwatermeter) naar de regelaar.
2. Sluit de besturingskabel aan op de regelaar.
4.8.3 Aansluiten van de meetcel
Sluit meetcel AQC-D1 of AQC-D6 aan (indien van toepassing):
•
meetelektrode en tegenelektrode (voor chloordioxide)
•
sensor voor monsterwater
•
Pt100 temperatuursensor
•
pH-elektrode (voor pH of redox) (alleen AQC-D1)
•
reinigingsmotor (alleen AQC-D1).
4.8.4 Aansluiten van de meetmodule
Sluit de meetmodule aan op de meetcel AQC-D1 of
AQC-D6 (indien van toepassing):
•
meetelektrode en tegenelektrode (voor chloordioxide)
•
sensor voor monsterwater
•
Pt100 temperatuursensor.
4.8.5 Aansluiten van de mengmodule
Als een mengmodule wordt gebruikt:
•
sluit de kabel van de debietbewaking aan (klemmen 49/50).
4.8.6 Aansluiten van een bovenliggend besturingsysteem
Als een bovenliggend besturingsysteem wordt gebruikt, en geen
mengmodule is aangesloten:
•
sluit de kabel van het bovenliggende besturingsysteem aan op
klemmen 49/50.
Het bovenliggende besturingsysteem kan ook worden gebruikt
om de Oxiperm Pro regelaar en de doseerpomp uit te schakelen.
4.8.7 Aansluiten van een waarschuwingslamp of akoestisch
waarschuwingsysteem
Als een waarschuwingslamp of een akoestisch waarschuwingsy-
steem wordt gebruikt:
•
sluit de kabel van de waarschuwingslamp of het akoestisch
waarschuwingsysteem aan op het verzamelrelais voor fout-
meldingen.
•
Alarmrelais
– Klemmen 25 en 29 N.C. (normaal gesloten)
– Klemmen 25 en 27 N.O. (normaal open).
•
Waarschuwingsrelais
– Klemmen 26 en 30 N.C. (normaal gesloten)
– Klemmen 26 en 28 N.O. (normaal open).
In geval van een storing in de voedingspanning gaat de waar-
schuwingslamp branden als deze is aangesloten op het "normaal
gesloten" contact.
4.8.8 Aansluiten van de gasdetector
Als een gasdetector wordt gebruikt:
•
sluit de kabel van de gasdetector aan.
4.8.9 Aansluiten van externe niet-schakelende apparaten
Twee externe apparaten kunnen van voedingspanning worden
voorzien.
•
Kies daarvoor vrije kabelwartels en sluit deze aan op de klem-
men 14/16/18 en 20/22/24.
Zie paragraaf 11.16 Klembezetting.
30
4.8.10 Aansluiten van een externe batchtank
Als een externe batchtank wordt gebruikt:
•
Sluit niveausensoren van de externe batchtank aan op klem-
men 45, 46, 47 en 48.
– Klem 45: min. niveau
– Klem 46: max. niveau
– Klem 47: max. -max. niveau (batchtank is helemaal vol)
– Klem 48: aarde
4.9 Aansluiten van de voedingskabel
Waarschuwing
Onjuiste elektrische aansluitingen kunnen leiden
tot ernstig persoonlijk letsel en schade aan
eigendommen.
Elektrische aansluitingen mogen alleen worden
uitgevoerd door bevoegd servicepersoneel dat
door Grundfos is getraind.
Schakel de voedingspanning uit voordat u werk-
zaamheden gaat uitvoeren.
Voer de elektrische aansluiting uit in overeen-
stemming met de lokale voorschriften.
Zorg voor een scheidingschakelaar voor alle
polen.
Waarschuwing
Risico van gasvergiftiging door ontsnappend gas
uit een beschadigde volumebuffer.
Voer de voedingskabel niet door de lege ruimte
achter de regelaar.
Voer de kabel via de zijkant tussen de regelaar en
de reactor.
Voorwaarden voor de hoofdschakelaar:
•
Bedrijfspanning min. 230 V AC
•
Bedrijfstroom min. 4 A AC
•
2-polige onderbreking.
Plaats de hoofdschakelaar zo dicht mogelijk bij het OCD-162
systeem. Verbind de beschermende aarde met klem 6, zie para-
graaf 11.16 Klembezetting.
1. Controleer of de spanning overeenkomt met de waarde die
staat aangegeven op het typeplaatje.
2. Voer de voedingskabel via de zijkant tussen de regelaar en de
reactor.
3. Voer de voedingskabel tot aan de hoofdschakelaar.
4. Sluit de voedingskabel aan op de hoofdschakelaar.
5. Schakel de hoofdschakelaar uit.