2.3 Montage van hendel en beugel op de klepstandsteller
Opmerking
De gaten voor de bevestiging van de klepstandsteller
met schroefdraad en beugel, zijn afhankelijk van het
gebruikte type servomotor. Selecteer op maat, om
ervoor te zorgen dat de volgpin vrije beweging heeft in
de volggeleider over de hele klepkoers.
2.4 Montage op een juk
4
Fig. 3
Fig. 4
SP7-10, SP7-11 en SP7-12 Digitale klepstandsteller
1.
Bevestig de hendel (6) op de feedbackas (5) van de
klepstandsteller (kan vanwege de geslepen vorm
van de feedbackas slechts in één positie worden
gemonteerd).
2.
Controleer aan de hand van de pijlmarkeringen
(4) of de hendel binnen het werkbereik (tussen de
pijlen) beweegt.
3.
Draai de schroef (7) op de hendel met de hand
vast.
4.
Houd de voorbereide klepstandsteller (met
bevestigingsbeugel 1 nog los) zodanig op de
servomotor dat de volgpen voor de hendel in de
volggeleider komt om te bepalen welke kraangaten
op de klepstandsteller moeten worden gebruikt
voor de bevestigingsbeugel.
5.
Bevestig montagebeugel 1 met schroeven 2 en
sluitringen 3 in de daarvoor bestemde kraangaten
op de behuizing van de klepstandsteller.
Draai de schroeven zo gelijkmatig mogelijk aan om de
latere lineariteit te waarborgen.
Lijn de montagebeugel in het langwerpige gat uit, zodat
het werkgebied symmetrisch is.
Stel de klep halverwege de slag in en lijn de hendel
horizontaal uit (item 6 fig. 3).
Draai vervolgens de bevestigingsbout vast (item 4
afb. 4) (de hendel beweegt tussen de pijlmarkeringen
item 4 fig. 3).
1.
Bevestig de montagebeugel (2) met schroef (4)
en sluitring (3) op het juk (1).
IM-P706-05-NL CTLS-UKn-2