nl
13
Glasplateau in de diepvriesruimte
14
Schroefvoetjes
15 * Boter en kaasvak
16
Deurvak
17
Eierrekje
18 * Flessenhouder
19
Vak voor grote flessen
A
Koelruimte
B
Diepvriesruimte
Bedieningselementen
Afb. "
1
Temperature display
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen
in de koelruimte in °C.
2
Indicatie „super"
Deze brandt wanneer het
superkoelen en supervriezen
actief zijn.
3
Temperatuurinsteltoets
koelruimte
Met de toets wordt
de temperatuur van de koelruimte
ingesteld.
70
Inschakelen van
het apparaat
Afb. "
Toets Aan/Uit !/4 indrukken. Door op
de insteltoets 3 te drukken, wordt het
temperatuuralarmsignaal uitgeschakeld.
De temperatuurindicaties 1 knipperen of
de indicatie „super" 2 brandt totdat het
apparaat de ingestelde temperaturen
heeft bereikt.
Bij geopende deur brandt de verlichting
in de koelruimte.
Aanwijzingen bij het gebruik
Na het inschakelen kan het een aantal
■
uren duren voordat de ingestelde
temperaturen zijn bereikt.
Door het volledig automatische
■
NoFrost-systeem blijft de vriesruimte
ijsvrij. Ontdooien is overbodig.
De voorzijde van het apparaat achter
■
de deur wordt gedeeltelijk licht
verwarmd waardoor de vorming van
condenswater in de buurt van de
deurafdichting wordt voorkomen.
Wanneer de deur van de
■
diepvriesruimte na het sluiten niet
direct weer geopend kan worden,
dient u even te wachten tot de
onderdruk is verdwenen.