10.4.91 Meervoudige bediening — E1-E5 — Verzonden waarde (communicatieobject "Bediening
lang")
Opties:
Impulsteller
10.4.92
De functie "Impulsteller" dient voor het tellen van ingangsimpulsen. Hiervoor staat in het
parametervenster "Impulsteller" een absolute hoofdteller ter beschikking. Om verschilwaarden
te kunnen detecteren, heeft u de mogelijkheid om hier ook een tussenteller vrij te geven
(vergelijkbaar met een dagkilometerteller). Het startpunt van de tussenteller kan vrij worden
geparametreerd. De instellingen voor de tussenteller voert u in het extra parametervenster uit.
10.4.93 Impulsteller — E1-E5 — Communicatieobject vrijgeven "Blokkeren" 1 bit
Opties:
10.4.94 Impulsteller — E1-E5 — Capacitieve ontstoring
Opties:
10.4.95 Impulsteller — E1-E5 — Ontdendertijd
Opties:
Het ontdenderen verhindert ongewenst, meervoudig bedienen van de ingang, bijv. door
denderen van het contact.
10.4.96 Impulsteller — E1-E5 — Tussenteller vrijgeven
Opties:
10.4.97 Impulsteller — E1-E5 — Minimale signaalduur activeren
Opties:
Producthandboek 2CKA002273B9346
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
AAN
UIT
OMSCHAKELEN
Inactief
Actief
Zwak
Gemiddeld
Sterk
10/20/30/50/70/100/150 ms
Inactief
Actief
Inactief
Actief
Applicatie "Ingangen"
│81