10.2
Applicatie 'Bedieningsfuncties'
Het apparaat kan met maximaal 6 bedieningsfuncties en een ruimtetemperatuurregelaar-
nevenpost worden geparametriseerd.
Als meer dan een bedieningsfunctie geactiveerd is, kan de eerste functie als primaire functie
worden geparametriseerd.
De individuele functies worden via de centraalplaat bediend. De bovenste en onderste
bedieningswip worden gebruikt voor activering/bediening van de functie op het display. De
bedieningswippen rechts en links worden gebruikt om een van de maximaal 6
bedieningsfuncties en de RDR-nevenpost te selecteren.
10.2.1
Algemeen
10.2.2
Algemeen — Terugspringtijd primaire functie
Opties:
10.2.3
Algemeen — Sperobject voor bedieningsfunctie 2 tot RTR-nevenpost
Opties:
Producthandboek 2CKA002273B9346
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Inactief
5 s
10 s
20 s
30 s
1 min
2 min
4 min
Inactief
Actief
Applicatie 'Bedieningsfuncties'
│34