10-6 INSTELLING RICHTING VAN LUCHTAFVOER
• Stel bij het wijzigen van de luchtafvoerinstelling (2-weg of 3-weg afvoer) TWEEDE CODENR. in volgens
Tabel 6.
Table 6
Instelling
4-weg luchtafvoer
3-weg luchtafvoer
2-weg luchtafvoer
< TESTBEDIENING >
• Na het reinigen van de binnenzijde van de binnenunit en het aanzuigrooster moet de testbediening worden
uitgevoerd overeenkomstig de installatiehandleiding die is meegeleverd met de buitenunit.
• Een knipperend bedieningslampje op de afstandsbediening, geeft aan dat er iets niet normaal is.
Controleer de storingscodes op de afstandsbediening.
De relatie tussen de storingscodes en storingsdetails worden in de bedieningshandleiding beschreven die
is meegeleverd met buitenunit.
Met name als het een aanduiding betreft die staat vermeld in Tabel 7, kan het een fout in de elektrische
bedrading zijn of kan de voeding zijn uitgeschakeld. Controleer daarom de bedrading.
Table 7
Aanduiding afstandsbediening
Ondanks dat de centrale bestu-
ring niet wordt gebruikt, gaat het
lampje "
" branden.
"U4" gaat branden
"UH" gaat branden
Geen aanduiding
VOORZORGSMAATREGELEN
Nadat de testbediening is voltooid, controleer de items die staan vermeld in de clausule 2 "2. Items die
moeten worden gecontroleerd bij levering" op pagina 5.
Wanneer de afsluitende werkzaamheden in het interieur nog niet klaar zijn, terwijl de installatie volledig
is geïnstalleerd, moet de klant ter bescherming van het systeem, worden gevraagd om de unit nog niet
te gebruiken tot de werkzaamheden in het interieur zijn afgesloten.
Wanneer het systeem werkt kan het gebouw aan de binnenkant worden verontreinigd door deeltjes die
vrijkomen van de coating en lijm dat is gebruikt voor het afwerken van het interieur en waterspatten en
lekkages veroorzaken.
Voor de installateur die het testproces uitvoert
Controleer na het voltooien van het testen, voordat het systeem aan de klant wordt afgeleverd, of het
deksel van de schakeldoos, het luchtfilter en het aanzuigrooster aangebracht zijn.
Leg in aanvulling hierop de status van de voedingsspanning (voedingsspanning AAN/UIT) aan de klant
uit.
35
Functienr.
EERSTE CODENR.
13 (23)
• De aansluitingen (T1 · T2) voor GEFORCEERD UIT op het klem-
menblok van de transmissie op de binnenunit zijn kortgesloten.
• De voedingsspanning naar de buitenunit is niet aangesloten.
• De werkzaamheden voor het aansluiten van de voedingsspanning
naar de buitenunit zijn niet uitgevoerd.
• De bedrading voor de transmissie en de afstandsbediening en de
bedrading voor GEFORCEERD UIT zijn verkeerd aangesloten.
• De transmissiebedrading is losgekoppeld.
• De voedingsspanning naar de binnenunit is niet aangesloten.
• De werkzaamheden voor het aansluiten van de voedingsspanning
naar de binnenunit zijn niet uitgevoerd.
• De bedrading voor de afstandsbediening en de transmissie en de
bedrading voor GEFORCEERD UIT zijn verkeerd aangesloten.
• De bedrading van de afstandsbediening is losgekoppeld.
TWEEDE CODENR.
1
Details
01
02
03
Nederlands