VOORZORGSMAATREGELEN VOOR REPARATIE VAN HET DEKSEL
• Repareer de afdekking in geval deze voor het doorvoeren van leidingen is afgeknipt en wordt gebruikt als
bedrading voor het doorvoergat nadat de draadverbinding is voltooid.
• Knip het afdichtingsmateriaal (klein) (9) in twee stukken en wikkel elk stuk afdichtingsmateriaal om de
bedrading.
• Dicht de vrije ruimte rondom de bedrading met stopverf en isolatiemateriaal (niet meegeleverd).
(Wanneer insecten en kleine dieren in de binnenunit terechtkomen, kan dit kortsluiting in de schakeldoos
veroorzaken.)
• Wanneer de bedrading voor lage spanning (bedrading voor afstandsbediening/transmissie) en de bedra-
ding voor hoge spanning (bedrading voor voedingsspanning, aardleider) vanaf dezelfde plaat bij de bin-
nenunit binnenkomen, kan elektrische ruis (ruis van buitenaf) ontstaan, waardoor storingen kunnen
worden veroorzaakt.
• Houd buiten de unit een tussenruimte van minimaal 50 mm aan tussen de bedrading voor lage spanning
(bedrading voor afstandsbediening/transmissie) en de bedrading voor hoge spanning (voedingsspan-
ning, aardleider).
Als beide bedradingen naast elkaar worden gelegd, kunnen ze worden beïnvloed door elektrische ruis
(lawaai van buitenaf) en een defect of storing veroorzaken.
WAARSCHUWING
• Werk de bedrading netjes weg, zodat het deksel van de besturingskast veilig kan worden vastgemaakt.
Als het deksel van de besturingskast niet op zijn plaats zit, kan de bedrading naar boven verplaatsen of
klem komen te zitten tussen de kast en het deksel en elektrische schokken of brand veroorzaken.
Nederlands
Dicht met stopverf
en isolatiemateriaal.
Afdichtingsmateriaal
(klein) (9)
Bedrading afstandsbediening
/transmissiebedrading
Bedrading voeding/
aardebedrading
Afb. 39
28