5. Aansluiting
De apparaten kunnen allen aan een eenfase wissel-stroom worden
aangesloten. De machine zijn volgens VDE 0700, klasse II en CEE
20 geisoleerd. Controleer voor het ingebruikneming of de netspanning
overeen-komt met de op het type plaatje aangegeven spanning.
Minimale draaddiameter van de verlengkabel: 1,5 mm
4
X
• Kabelhouder door druk op de knop (afb. 4) naar buiten zwenken.
• Steek een lus van het verlengsnoer door de opening in de greep om
het snoer te ontlasten. Kabelhouder door druk op de knop (afb. 5) weer
naar binnen zwenken.
• Na het werk kabelhouder door druk op de knop (afb. 4) naar buiten
zwenken en snoer eruit trekken. Kabelhouder weer in de greep zwen-
ken.
6. In-, uitschakelen
6
7. Extra greep, hoek en buislengte instellen
7
1
8
2
NL | Gebruiksaanwijzing
2
5
X
Om met uw strimmer te werken:
• Neem een veilige houding aan.
• Houd het apparaat vast .
• Ga rechtop staan. Houd het ap-
paraat ontspannen vast.
• Plaats de snijkop niet op de grond.
• Druk de schakelaar in.
• Laat de schakelaar weer los om
het apparaat uit te schakelen.
1.Extra handgreep instellen: Ster-
schroef losdraaien (afb. 7) en
handgreep op de gewenste positie
instellen. Sterschroef weer vast-
draaien.
2. Steellengte instellen (afb. 8) :
Schroefhuls 2 rechtsom losdraaien.
Steerl uitschuiven tot de gewenste
lengte. Schroefhuls 2 linksom weer
vastdraaien.
9
3
10
8. Gazon strimmen
11
9. Het verlengen van de snijdraad
Controleer regelmatig de nylondraad op beschadigingen. Tevens contro-
leren of het nog de voorgeschreven lengte heeft.
12
13
NL-4
3. Hoek instellen (afb. 9) : Knop 3
uittrekken. Hoek van het motor-
deel in een van de 3 mogelijke
standen instellen. Knop 3 loslaten
om motordeel vast te zetten.
De middelste stand is goed om
met de trimmer eenvoudig onder
hindernissen, bijv. struiken of zit-
meubels, te komen.
De onderste stand is nodig om
randjes te snijden, zoals beschre-
ven in de volgende alinea.
4. Instelling om randjes te snijden
(afb. 10): Steellengte op de kort-
ste of de langste positie instellen,
zoals beschreven bij punt 2. In
deze stand kan nu het hele bo-
venste greepgedeelte 180° wor-
den gedraaid. Ook hierbij kan de
buislengte in 5 mogelijke standen
worden ingesteld.
• Beweeg de strimmer op kleine ga-
zons gelijkmatig heen en weer. De
strimmer is niet geschikt voor het
maaien van grotere oppervlakken.
• Maai bij voorkeur met de linkerhelft;
gemaaid gras, stof,losgeraakte
stenen e.d. worden dan naar vo-
ren weggeslingerd, van de gebrui-
ker vandaan
• Het beste snijdt u wanneer het
apparaat onder een hoek van 30°
naar links gehouden wordt
Als de maaiprestaties afnemen:
Schakel het apparaat in en houd het
boven een gazonoppervlak. Druk de
snijkop even op de grond: hierdoor
wordt de maaidraad langer als het
(de) uiteinde(n) van de maaidraad
ten minste 2,5 cm lang is (zijn).
Bij kortere draaduiteinden: Schakel
het apparaat uit, trek de netstek-
ker los. Druk de spoel tegen de
aanslag en trek krachtig aan het
(de) draaduiteinde(n). Als er geen
draaduiteinde(n) zichtbaar wordt
(worden) zie Vernieuwen van de
draadspoel.