Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Himoinsa CEM7 Handleiding pagina 28

Auto-start digital
Verberg thumbnails Zie ook voor CEM7:
Inhoudsopgave

Advertenties

Om het flexibele element aan te brengen, moet een dichting bevestigd worden aan de uitlaatbuis, onafhankelijk van
het stroomaggregaat. Daarom moeten de buizen vastgemaakt worden aan de muren of aan het plafond van de
machinekamer. Dit moet gebeuren met ondersteuningen die het volledige gewicht van een leiding kan dragen op
het punt dichtst bij de motor, en niet steunend op gelijk welk ander onderdeel (collector, turboblazer). Ook een
uitzetting moet mogelijk zijn.
Wanneer hele lange pijpleidingen gebruikt worden zullen expansieverbindingen, gemaakt van flexibel en lekvrij
materiaal, nodig zijn op geregelde intervallen.
Als het uitlaattraject wordt uitgestippeld, is het aangeraden om weg te blijven uit de buurt van motorluchtfilters, om
zo de machine te beschermen tegen aangezogen hete lucht. Anders zal het nodig zijn om hem thermisch te
isoleren.
In het geval van verschillende aggregaten, is het aanbevolen om niet alle uitlaten in één enkele leiding te leggen:
problemen kunnen zich namelijk voordoen als één of meer aggregaten werken en andere niet.
Uitlaatgassen geproduceerd door de leidingen die werken kunnen doordringen in de leidingen die niet werken en
zo schade aanrichten.
* Meting van uitlaatbuizen in open chassis stroomaggregaten
De uitlaat tegendruk van de motor heeft een opmerkelijke invloed op het vermogen dat geleverd wordt door de
motor en ook op de thermische belasting.
Overvloedige tegendruk waarden (gemeten aan de uitgang van de collector in aangezogen motoren en aan de
uitgang van de turbo in het geval van turbogeladen motoren) lokken vermogensverminderingen uit, verhogen de
temperatuur van de uitlaatgassen en dampen, zorgen voor een hoog brandstofverbruik, oververhitting van het
koelwater, vermindering van de smeerolie en de corresponderende gevolgen met betrekking tot de onderdelen van
de motor.
De kritieke limieten (cfr. de leveringsbepalingen betreffende het maximum vermogen bij een maximum
bereik) in HIMOINSA stroomaggregaten van de TOR reeks zijn:
- 150 mbar (1,500 mm H20) voor een aangezogen motor
- 50 mbar (500mm H2o) voor een turbogeladen motor
Zulke limieten kunnen nageleefd worden door geschikte afmetingen aan de uitlaatinstallatie te geven, dat wil
zeggen, aan de diameter van de leiding en het type demper.
Leidingen moeten zo kort mogelijk zijn en een klein aantal hoeken en bochten hebben. Als hoeken onvermijdelijk
zijn, moeten ze gemaakt worden met een heel brede bochtstraal (2,5 tot 3 keer de leidingdiameter).
Oplossingen met een bochtstraal onder de 2,5 keer de diameter zorgt voor problemen en worden dus best
vermeden.
Stationsstraat 128
8780 Oostrozebeke
www.vdpower.be
Vandaele Machinery N.V.
-24-
Tel: 056/ 67 40 11
Fax: 056/ 66 30 50
e-mail: info@vdpower.be

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cea7

Inhoudsopgave