Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Veiligheid Bij Onderhoud; Koelcircuit; Smeercircuit - Himoinsa CEM7 Handleiding

Auto-start digital
Verberg thumbnails Zie ook voor CEM7:
Inhoudsopgave

Advertenties

1.5. Veiligheid bij onderhoud

 Gespecialiseerd personeel moet altijd controle- en/of onderhoudswerken uitvoeren aan het
stroomaggregaat.
 De onderhoudswerken moeten gedaan worden als de motor uitgeschakeld is.
 Alvorens te werken aan eender welke component van de elektrische installatie moeten de batterijpolen
eerst losgekoppeld worden.
 Alvorens het elektrisch verbindingspaneel te openen, moet bevoegd personeel volgende
voorzorgsmaatregelen in acht nemen:
-
Leg het aggregaat stil indien het nog in werking is en herstel het verbindingspaneel in
blokkeringpositie.
Koppel de batterij(en) los.
-
-
Koppel de bedieningsdraden van het paneel los.
 Ga regelmatig na of de verbindingen dicht en goed geïsoleerd zijn.
 Andere werking- en/of onderhoudprocedures, die niet uitdrukkelijk vermeld worden in de handleidingen,
moeten voorgelegd worden aan de leverancier voor goedkeuring.
 Voer geen veranderingen uit aan het product zonder uitdrukkelijke goedkeuring van onze technische
afdeling.
 Kijk de maatregelen na aanbevolen door de leverancier om olie te vervangen en de brandstof aan te vullen.
Gebruik geen andere olie of brandstof dan die aanbevolen door de leverancier.
 Wisselstukken moeten overeenstemmen met de vereisten bepaald door de leverancier. Gebruik uitsluitend
originele wisselstukken. Contacteer voor wisselstukken uitsluitend bevoegde wisselstukkenverdelers
verbonden aan het HIMOINSA hulpnetwerk. Voor een correcte identificatie van de stukken, specificeer de
data aangeduid op de plaat van het aggregaat, het type motor en/of alternator en hun specifieke
registratienummers.
 Inspecteer regelmatig de staat van de verschillende componenten van het stroomaggregaat, meer specifiek
de geluiddempers, die eventueel een stijging van de trilling en/of geluid kunnen veroorzaken.
 Ga regelmatig na of er geen olie-, brandstof- of batterijzuurlekken zijn.
 Stel de motor of ander aggregaatcomponenten niet bij om een verschillende prestatie te bereiken anders
dan deze verwacht door de leverancier.
 Kom niet tussen bij het brandstofdepot of de toevoerkanalen als de motor nog warm is of nog in werking is.
 Draag beschermende handschoenen en een veiligheidsbril:
-
indien je luchtdruk gebruikt
gedurende het onderhoud van de batterijen
-
gedurende de aanvulling van rem- of antivriesproducten
-
-
gedurende de vervanging of aanvulling van de smeerolie (hete olie van de motor kan
brandwonden veroorzaken tijdens het leegmaken. Laat de olie afkoelen tot onder 60°C.)
 Draag een beschermhelm wanneer je werkt in een zone met ophangende gewichten of met materiaal op
ooghoogte.
 Draag altijd veiligheidsschoenen en vastzittende kledij.
 Indien je werkt aan stukken die onder spanning kunnen staan, ga dan na of je handen en voeten droog zijn.
We bevelen het gebruik van isolatieplatforms om zo de werken uit te voeren.
 Verander onmiddellijk van kledij als ze nat zijn.
 Bewaar gedrenkte doeken in brandveilige verpakkingen.
 Leg geen doeken en vodden op de motor.
 Bij de opstarting van de motor na een herstelling, neem je best maatregelen om de luchtinvoer te stoppen
als er een overvloed blijkt te zijn op het moment van de opstarting.
 Hou de motor altijd proper, verwijder eventuele olie-, gasolie- en/of koelvloeistofplekken.
 Start de motor nooit met de toerentalcontrole hefboom los.
 Voer geen groepstaken individueel uit, vooral dan werken aan bewegende delen zoals: schakelaars,
zekeringen en andere toepassingen onder spanning.
A. Koelcircuit
 Voeg nooit koelvloeistof toe aan een opnieuw opgewarmde motor: laat hem eerst afkoelen.
 Controleer het niveau van de koelingvloeistof regelmatig, en indien nodig, vul aan met product tot het
correcte niveau bereikt wordt. Gebruik uitsluitend vloeistof aanbevolen in de handleiding voor het gebruik en
het onderhoud.
 Verwijder heel voorzichtig het deksel van de radiator. Koelingcircuits staan meestal onder druk, zo is het
mogelijk dat vloeistof hevig kan ontsnappen als de druk heel snel wordt afgelaten.
 Controleer regelmatig de spanning en de slijtage van de pomp/ventilatorriemen.
B. Smeercircuit
 Controleer regelmatig het olieniveau in de oliehouder (controleren bij een koude motor) en vul olie bij indien
nodig. Volg daarbij altijd de instructies vermeld in de handleiding.
 Rook niet of steek geen vuurtjes aan terwijl je de olie bijvult.
Stationsstraat 128
8780 Oostrozebeke
www.vdpower.be
Vandaele Machinery N.V.
-6-
Tel: 056/ 67 40 11
Fax: 056/ 66 30 50
e-mail: info@vdpower.be

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cea7

Inhoudsopgave