Inhoudsopgave
Advertenties
9
FOUTOPSPORING
9.2
CONTROLLERLAMPJES ___________________________________________________
De controller is een halfgeleiderapparaat dat de elektrische
functies controleert en bestuurt. De controller ontvangt
ingangssignalen (inputs) van schakelaars en sensors die op
diverse plaatsen in de machine zijn aangebracht, en brengt
uitgangssignalen (outputs) over om relais, elektromagneten
en waarschuwingslampjes te bedienen. Het apparaat
controleert timers en stelt deze terug, en bevat ingebouwde
logische schakelingen om bepaalde machinefuncties te
besturen.
Ieder ingangs- en uitgangssignaal wordt getoond via lampjes
bovenaan de controller. Een gesloten ingangsschakelaar
geeft een actief circuit aan en laat een lampje branden, terwijl
een open schakelaar een inactief circuit aangeeft en een
lampje laat uitgaan. De outputs zijn actief wanneer de
lampjes branden.
Lampje aan - circuit is actief
Lampje uit - circuit is inactief
INTGANGS
Lampje
Programmakeuze (1, 3 en 4 worden niet gebruikt)
1,2,3,4
Remlichtschakelaar
5
6
Zittingschakelaar
Haspelniveauschakelaar
7
Maaischakelaar
8
9
Stuurknuppel - neerlaten
Stuurknuppel - heffen
10
Hydraulische-oliepeilschakelaar
11
Neutrale schakelaar
12
Niet gebruikt
13
Contactschakelaar - gloeibougie
14
Contactschakelaar - starten
15
Stuurknuppel actief
16
Hydraulische-filterschakelaar
17
Oliedrukschakelaar motor
18
nl-48
All manuals and user guides at all-guides.com
Controllerfuncties per lampjesnummer
Circuit
INTGANGS
Het is belangrijk om te onthouden dat een lampje of groep
van lampjes in sommige gevallen aan of uit moet zijn om een
toestand te effectueren. Bijvoorbeeld, om de maaier te
starten moet de maaischakelaar in de UIT-stand staan
(lampje 8 uit) terwijl de neutrale startschakelaar (lampje 12),
remschakelaar (lampje 6) en de brandstofklephoudspoel
(lampje 27) in de AAN-stand moeten staan.
LET OP
Let voor fabrieksassistentie bij het oplossen van
problemen met de regulateur op de hardwarerevisie en
softwareversie van de regulateur die u in de onderste
rechterhoek
van
de
Regulateurs met gelijke of hogere revisieniveaus zijn
compatibel.
UITGANGS
Lampje
19
Hydraulische-filterverlichting
20
Hydraulische-oliepeilverlichting
21
Niet gebruikt
22
Gloeibougieverlichting
23
Elektromagneet neerlaten
24
Elektromagneet heffen
25
Gloeibougierelais
26
Relais starter
Elektromagneet brandstof - vasthouden
27
28
Niet gebruikt
29
Geluidsalarm
Elektromagneet maaien
30
31
Elektromagneet brandstof - trekken
32
Stroom - ontsteking
33
Stroom - verlichting
UITGANGS
regelaar
vindt
[ZIE
7.14].
Circuit
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
