Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Door De Gebruiker Gedefinieerde Toegangscode; Bms-Protocol; Fabrieksinstellingen; Automatisch Inleren Scanapparaten - Kidde Senator 200 Installateurs Handleiding

Rookaanzuigdetectiesysteem
Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 3: Programmeren van de eenheid

Door de gebruiker gedefinieerde toegangscode

0-9999 – Adres 000-127:
Met deze functie wordt de toegangscode ingesteld die
de gebruiker moet invoeren om een van de functiewaarden te kunnen wijzigen.
De standaard instelling is "0102", maar voor extra veiligheid kan deze door de
gebruiker worden gewijzigd in een willekeurig getal van vier cijfers.

Bms-protocol

0-2 – Alleen CM:
Met deze functie wordt het communicatieprotocol ingesteld
voor verbinding met een beheersysteem voor gebouwen (BMS: Building
Management System). (Zie Bijlage A voor details over het instellen van externe
communicatie.)

Fabrieksinstellingen

Ja/Nee – Adres 000 - 127:
Op de Standaarddetector heeft deze functie twee
doeleinden. Indien de gebruiker een van de functies van de detector heeft
gewijzigd, wordt voor deze functie Nee weergegeven, waarmee wordt aangeduid
dat de detector niet is ingesteld op de fabrieksinstelling. Door deze functie in te
stellen op Ja, worden de fabrieksinstellingen voor de detector hersteld. Op de
commandomodule worden met deze instelling alle communicatielussen voor de
detectors weer ingesteld op hun oorspronkelijke instellingen. Als u de
fabrieksstandaard wilt instellen voor een afzonderlijke detector in de lus, moet u
gebruikmaken van het voorpaneel van de desbetreffende detector.

Automatisch inleren scanapparaten

Ja/Nee – Alleen CM:
Door deze functie in te stellen op Ja, wordt de
commandomodule geactiveerd om de RS-485-databus te scannen op
aangesloten detectors. Tijdens het scannen worden Bez. m. scannen lus en een
voortgangsbalk weergegeven. Na afloop worden op het display het aantal
gevonden apparaten en de detectoradressen weergegeven in het formulier. De
lijst 'loopt door' zodat detector nummer 127 wordt weergegeven als u op de toets
Pijl omhoog drukt wanneer u Adres 001 bekijkt. Door op de rechterpijltoets te
drukken kan de gebruiker een detectoradres uit de doorlopende lijst verwijderen
(door "J" in "N" te wijzigen) of een eerder verwijderde detector weer herstellen
(door "N" in "J" te wijzgen). Dit verschilt in zoverre van de functie Isoleren dat er
nog steeds een storing wordt gegenereerd op de commandomodule. Dit is
eventueel nodig indien er een detector in de lus moet worden vervangen, zodat
het adres van de detector beschikbaar wordt voor de vervanging. Na het
vervangen van de detector, kan het adres opnieuw worden ingeschakeld.
Senator 200 Rookaanzuigdetectiesysteem Installateurshandboek
53

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave