Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatie Stroom; Grafiekopnamesnelheid - Kidde Senator 200 Installateurs Handleiding

Rookaanzuigdetectiesysteem
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie stroom

Ja/Nee – Adres 001-127:
instellingsmodus voor de automatische luchtstroomlimiet van de detector
geactiveerd. Het duurt een paar minuten om de drempelwaarden voor de
luchtstroomstoringen in te stellen op basis van de huidige luchtstroomwaarden.
Luchtstroomcontrole
Display / Numeriek – Adres 001-127:
er afzonderlijke parameters voor sensorbuis, luchtstroom laag, luchtstroom hoog
en luchtstroompijp.
Bijvoorbeeld, Stroom pijp 1 geeft de huidige luchtstroomsnelheid aan voor buis 1.
Sensorbuis 1 t/m sensorbuis 4 worden gebruikt voor het in- of uitschakelen van
de luchtstroomcontrole voor de opgegeven buisinlaat van de detector. Indien er
buisinlaten niet worden gebruikt, stelt u de desbetreffende
luchtstroomsensorfunctie voor de buisinlaat in op Nee om ongewenste storingen
te voorkomen.
Luchtstroom laag is het niveau waaronder de luchtstroom moet worden
verminderd om een storingsmeting te activeren (welke kan duiden op een
verstopte buis).
Luchtstroom hoog is het niveau waarboven de luchtstroom moet worden
verhoogd om een storingsmeting te activeren (welke kan duiden op een losse of
beschadigde buis).
De parameters voor Luchtstroom laag en Luchtstroom hoog worden automatisch
ingesteld nadat de eenheid voor het eerst wordt ingeschakeld, of wanneer
Installatie stroom wordt geselecteerd (zie "Installatie stroom" op pagina 51 voor
meer details).
De luchtstroomsnelheden voor Stroom pijp 1 t/m Stroom pijp 4 worden alleen
weergegeven en kunnen niet worden gewijzigd.

Grafiekopnamesnelheid

0-19 – Adres 000-127:
en alarmniveau of luchtstroomsnelheden in het interne grafiekopnamelogboek
van de Standaarddetector of commandomodule moeten worden opgeslagen.
Tabel 5 toont de grafiekopnamesnelheden.
Tabel 5: Grafiekopnamesnelheden
Instelling
Type
Detectorniveau en
0
alarmniveau
Detectorniveau en
1
alarmniveau
Senator 200 Rookaanzuigdetectiesysteem Installateurshandboek
Door deze functie in te stellen op Ja, wordt de
Voor elke buis 1 t/m 4 op de detector zijn
Met deze functie kunt u instellen hoe vaak het detector-
Opslaginterval
1 seconde
5 seconden
Hoofdstuk 3: Programmeren van de eenheid
Tijd per divisie op grafiekopname
10 seconden
50 seconden
51

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave