Hoofdstuk 2: Installatie en montage
Inleiding
In dit hoofdstuk vindt u de informatie die nodig is voor het installeren van het
detectorsysteem.
U installeert de detector als volgt:
1. Verwijder het verpakkingsmateriaal. Controleer of het pakket een cd-rom,
twee ferrietringen, twee sleutels, twee kabeldoorvoeren en de eenheid
bevatten.
2. Bepaal de optimale locatie voor de detector.
3. Open geen ongebruikte aanzuigbuisinlaten. Verwijder de inlaatkappen van de
te gebruiken aanzuigbuisinlaten.
4. Verwijder de uitbreekopeningen voor veldbedrading en accukoppelingen.
5. Monteer de wandbeugel.
6. Monteer de detector op de beugel.
7. Sluit de detector aan op het buizennetwerk voor de rookaanzuiging.
8. Sluit de veldbedrading aan op de detector.
9. Schakel de detector in en programmeer deze.
De installatie alleen worden verricht door door de fabriek opgeleide technici.
De installatie moet in overeenstemming zijn met de geldende installatievereisten.
Deze zijn:
•
NFPA-70, National Electrical Code
•
NFPA-72, National Fire Alarm and Signaling Code
•
CSA C22.1 Canadian Electrical Code, Part 1
•
CAN/ULC-S524 Installation of Fire Alarm Systems
•
Andere plaatselijke, nationale of installatievereisten of normen.
WAARSCHUWING:
gemaakt als de stroom uitgeschakeld staat.
14
Gevaar van elektrocutie. Er mag alleen verbinding worden
Senator 200 Rookaanzuigdetectiesysteem Installateurshandboek