de orifice of de filter hiervan verstopt kunnen zijn, en dan kan dit leiden tot een nieuwe uitval van de
compressor. Wanneer een compressor vervangen wordt is het mogelijk dat een gedeelte van de olie
achterblijft in het systeem. Dit is geen gevaar voor de levensduur van de nieuwe compressor maar kan
toch leiden tot meer stroomverbruik omdat de rotor meer wrijving zal hebben doordat hij voor een gedeelte
in de olie kan staan.
▪
Sluit het aggregaat af van het spanningsnet voor een interventie.
▪
Sluit alle ventielen om het aggregaat af te sluiten van het systeem.
▪
Recupereer het koudemiddel van het aggregaat.
▪
Compressorolie aftappen, opvangen en afvoeren.
▪
Zorg ervoord dat de compressor niet onder druk staat.
▪
Los de bevestigingsschroeven van de compressor, haal de oude compressor eruit en vervang hem
door de nieuwe.
Figuur 37: Buisverbindingsgebieden
Om terug te bevestigen:
▪ Zie paragraaf 3.2.3 "Procedure voor het braseren".
▪ Aanbevolen soldeermateriaal: Silfos met minimaal 5 % zilver of zilversoldeer gebruikt op andere
compressoren.
NOTA: Vanwege de verschillende thermische eigenschappen van staal en koper, moeten de
soldeerprocedures mogelijk worden gewijzigd ten opzichte van de gebruikelijke.
NOTA: Raadpleeg voor meer gedetailleerde informatie de richtlijnen voor compressortoepassing.
Vervanging van de carterverwarming
5.7
WAARSCHUWING
Bron van ontsteking in een potentiële ontvlambare omgeving! Brandgevaar!
De carterverwarming is geen ontstekingsbron tijdens normaal gebruik in een A2L
systeem, maar kan er een worden als deze niet correct wordt geïnstalleerd
volgens de installatie-instructies. Zorgen voor een correcte elektrische en
mechanische installatie.
VOORZICHTIG
Oververhitting en burn-out! Compressor schade! Zet nooit stroom op de
carterverwarming in de vrije lucht, voordat de carterverwarming op de compressor
is geïnstalleerd of wanneer deze niet volledig in contact is met de
compressorbehuizing.
NOTA: Raadpleeg de lijst met reserveonderdelen die beschikbaar is op
om het juiste model carterverwarming te selecteren.
Let op: De carterverwarming moet goed geaard zijn!
Voor de vervanging van de carterverwarming dient de fabrikant/installateur de onderstaande
aanbevelingen te volgen.
Montage instructies
▪
Kies het juiste model op basis van de compressorgrootte en het vereiste wattage.
▪
Controleer de toepassingsrichtlijnen van de compressor voor aansluiting en werking van de
carterverwarming.
▪
Plaats de carterverwarming tussen het onderste deksel en het onderste lagerlasuitsteeksel
(Figuur 38).
▪
Monteer de verwarming horizontaal om het carter en zorg ervoor dat deze over de gehele lengte in
nauw contact staat met het compressorhuis.
AGL_Unit_ZX_A2L_A1_NL_Rev01
Om te verwijderen:
▪
Snijd met behulp van een pijpsnijder de zuig- en persleidingen
zo af dat de nieuwe compressor eenvoudig weer in het systeem
kan worden aangesloten.
▪
Verwarm regio 2 en 3 rustig en gelijkmatig totdat het
toevoegmateriaal zacht wordt, daarna kunt u de leidingen uit elkaar
trekken.
50
www.copeland.com/en-gb