2.10.4 Belangrijkste regel- & veiligheidskenmerken
Zuigdruk regeling: Ieder aggregaat is uitgerust met een zuigdruk sensor. De XCM25D regelt de zuigdruk
door het signaal van de sensor te vergelijken met ingestelde waarde. Wanneer men werkt met een digitaal
koelaggregaat (ZXDY) moet het setpunt (C16) en de proportionele band (C17) tijdens de inbedrijfsname
ingesteld worden. De zuigdrukregeling voor de ZXMY aggregaten moet worden gedefinieerd door de
parameter voor de compressor-aan (C1) en compressor-uit (C02) in te stellen. Het signaal van de zuigdruk
sensor wordt ook gebruikt voor extra functionaliteiten zoals de sturing van de pompdown en de
compressor alleen te laten werken binnen het goedgekeurde werkingsgebied.
Condensordruk regeling: Ieder aggregaat is uitgerust met een hogedruk sensor. De XCM25D regelt de
condensordruk door het toerental van de ventilator(en) aan te passen in functie van het signaal dat de
sensor uitstuurt. De regelaar kan de condensordruk regelen op twee verschillende manieren. De eerste
methode tracht de condensortemperatuur constant te houden. Deze methode is ingesteld met de
fabrieksinstellingen. Het voor ingesteld setpunt van 27 °C is een universeel toepasbare instelling. Als een
lagere condensortemperatuur gewenst is kan je die instellen door de parameter (E39) te verlagen. De
tweede methode is gebaseerd op een gemoduleerde regeling van de condensorventilatorsnelheid volgens
het werkingsgebied van de compressor. Deze methode is enkel beschikbaar als er geen
zuiggasdruksensor is aangesloten. De parameter (E38) wordt gebruikt om deze methode te selecteren.
Als deze methode niet wordt gebruikt zal de condensortemperatuur de waarde ingesteld in parameter
(E39) krijgen. De compressor kan werken met verschillende minimum condensortemperaturen gebaseerd
op de zuigdruk van de compressor. Deze methode is de meest energie efficiënte (probeer de
condensortemperatuur altijd zo laag mogelijk te houden).
Controle draairichting van de compressor: Zorgt ervoor dat de compressor in de juiste richting draait
(rechtsom, uurwijzer zin) – dit is nodig voor de compressor te laten comprimeren en pompen. Er gebeurt
een automatische reset als de draairichting in orde is (bijvoorbeeld na het wisselen van 2 fasen bij de
hoofdschakelaar).
Motorstroom overbelasting beveiliging: Hierdoor moet er geen externe beveiliging worden
aangebracht voor de motor van de compressor te beschermen tegen overbelasting.
Vaste hoge druk schakelaars: Dit is een niet instelbare beveiliging om te voorkomen dat de compressor
buiten het veilige werkingsgebied (met een te hoge druk) zou werken. Er is een automatische reset voor
7 trips. Als er meer trips optreden zal het aggregaat uitgeschakeld worden en is er een manuele reset
nodig. Deze beveiliging is belangrijk om te voorkomen dat het ZX*Y aggregaat niet te vaak moet
uitschakelen en starten in een bepaalde tijdspanne.
▪
ZXMY modellen: 28 bar uitschakelen / 22 bar inschakelen
▪
ZXDY modellen: 28 bar uitschakelen / 22 bar inschakelen
▪
ZXLY modellen:
28 bar uitschakelen / 22 bar inschakelen
Instelbare hogedruk limiet: De regeleer heeft de mogelijkheid om het koelaggregaat te laten stoppen bij
een persgasdruk die lager is dan de aan/uit waarde van de hogedruk schakelaar. Gedetailleerde
instructies kunt u vinden in paragraaf 2.10.5 "Extra functies al naargelang de toepassing".
Heetgastemperatuur beveiliging: Ieder aggregaat heeft een heetgastemperatuursensor (NTC). De
XCM25D regelaar zal de compressor stoppen als de heetgastemperatuur te hoog wordt.
Instelbaar lagedruk alarm: De regelaar heeft een functie om het lagedruk alarm te regelen in functie van
de zuigdruk. De fabrieksinstelling van dit alarm is de laagst mogelijke druk van het koudemiddel waarmee
het koelaggregaat kan werken. Indien nodig kan de gebruiker deze instelling veranderen al naargelang
de toepassing.
▪
ZXMY modellen: 0,5 bar relatief
▪
ZXDY modellen: 0,5 bar relatief
▪
ZXLY modellen:
0,5 bar relatief
De carterverwarming is direct aangesloten aan de regelaar. De carterverwarming zal worden aangezet
als de omgevingstemperatuur daalt beneden 10 °C en de compressor al langer dan 5 minuten stilstaat.
Deze 5 minuten zijn niet van toepassing bij een opstart.
Als extra boven al de bovenstaande kenmerken heeft het ZX*Y koelaggregaat er nog een aantal:
▪
In de vloeistofleiding zit een filter droger en kijkglas met vochtindicatie.
▪
De vinnen van de condensor zijn behandeld tegen corrosie.
AGL_Unit_ZX_A2L_A1_NL_Rev01
15