Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

SystemAir SAVE VSR 150/B Installatie- En Onderhoudshandleiding pagina 44

Accessoire
Verberg thumbnails Zie ook voor SAVE VSR 150/B:
Inhoudsopgave

Advertenties

40
| Accessoires
Let op:
Er kan een kanaaltemperatuursensor op de analoge ingangen 6–7 aangesloten worden voor een betere
toegang en deze te configureren als een toevoerluchttemperatuursensor. De interne
toevoerluchttemperatuursensor dient echter wel eerst in het bedieningspaneel gedeactiveerd te worden.
6. Er kan gebruik gemaakt worden van een thermostaat voor het verzenden van signalen (feedback over de change-
over) omtrent het medium (warm of koud) aanwezig in de pijp. Dit signaal kan ook rechtstreeks vanuit de warmte-
pomp verzonden worden als deze functie beschikbaar is. Indien er vraag is naar verwarming maar er alleen koud wa-
ter/koelvloeistof beschikbaar is - verwarming is gedeactiveerd.
Sluit een feedbackdraad voor de change-over (THS) aan op een vrije digitale uitgang en 24 V op de schakelkast.
Configuratie
Voordat de verwarming/koeling change-over geactiveerd kan worden dienen alle componenten in het bedieningspa-
neel geconfigureerd te worden.
1. Ga naar het menu Service
2. Voer het wachtwoord in (standaard 1111)
3. Ga naar Onderdelen menu en selecteer Verwarmer menu en stel type in op Change-over. Stel indien nodig in-
stellingen in.
Ga naar Onderdelen menu en selecteer Koeler menu en stel type in op Change-over. Stel indien nodig instellin-
gen in.
4. Configureer het bedieningssignaal van de warmtepomp of gelijkwaardig apparaat. Ga naar Service menu. Selecteer
Uitgang menu. Selecteer in het volgende menu het ANALOOG tabblad. Selecteer de analoge uitgang waarop de
draad is aangesloten. Voorbeeld: als deze op AO3 op de printplaat is aangesloten, selecteer dan ANALOGE UITGANG
3 en selecteer Y1/Y3 change-over in de uitgangstypelijst.
5. Configureer het startsignaal voor verwarming. Ga naar Uitgang. Selecteer DIGITAAL tabblad. Selecteer de digitale
uitgang waarop het startsignaal voor verwarming van de warmtepomp is aangesloten. Voorbeeld: als deze op DO1 is
aangesloten op de printplaat, selecteer dan DIGITALE UITGANG 1 en selecteer Pulsregelaar Y1 Verwarming in
de uitgangstypelijst.
6. Configureer het startsignaal voor koeling Ga naar Uitgang. Selecteer DIGITAAL tabblad. Selecteer de digitale uit-
gang waarop het startsignaal voor koeling van de warmte pomp is aangesloten. Voorbeeld: als deze op DO2 is aan-
gesloten op de printplaat, selecteer dan DIGITALE UITGANG 2 en selecteer Pulsregelaar Y3 Koeling in de
uitgangstypelijst.
7. De vorstbeschermingssensor (FPT) configureren Ga terug naar Ingang menu. Selecteer ANALOOG tabblad. Selecteer
de analoge ingang waarop de vorstbeschermingssensor is aangesloten. Voorbeeld: als deze op AI6 is aangesloten,
selecteer dan ANALOGE INGANG 6 en selecteer vorstbeveiligingstemperatuursensor (FPT) in de
ingangstypelijst.
8. Configureer het temperatuurfeedbacksignaal van de leiding of warmtepomp. Ga naar Ingang menu. Selecteer UNI-
VERSEEL tabblad. Selecteer de universele ingang waarop de feedbackdraad is aangesloten. Voorbeeld: als deze op
UI1 is aangesloten op de printplaat, selecteer dan UNIVERSELE INGANG 1. Stel het signaaltype in als Digitale in-
gang en selecteer de optie Change-over feedback in de ingangstypelijst.
9. Aangezien een kanaaltemperatuursensor de interne toevoerluchttemperatuursensor vervangt, hoeft deze niet ge-
configureerd te worden.
Let op:
Er kan een kanaaltemperatuursensor op de analoge ingangen 6–7 aangesloten worden voor een betere
toegang en deze te configureren als een toevoerluchttemperatuursensor. De interne
toevoerluchttemperatuursensor dient echter wel eerst in het bedieningspaneel gedeactiveerd te worden.
Fig. 11 Change-over verwarming/koeling-aansluitingen
| v1.1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave