5.2
Binnenluchtkwaliteitsensoren
Binnenluchtkwaliteitssensoren (IAQ) zijn CO
ratuurtransmitters die moeten worden geïnstalleerd in retourluchtkanalen of
in de ruimte, afhankelijk van het type transmitter.
• IAQ - binnenluchtkwaliteitssensor (CO
temperatuur)
• CO2 – CO
kanaalsensor
2
• 1 – Buitenlucht
• 2 – Toevoerlucht
• 3 – Retourlucht
• 4 – Afblaaslucht
Component/product – Artikelnummer:
• Systemair-1 CO2 kanaalsensor — 14906
• Systemair-E CO2 sensor — 14904
• Kamersensor 0-50C (temperatuur) — 211525
• Systemair-E CO2 RH Temperatuur — 211522
Installatie en aansluiting
1. Installeer de IAQ-sensor in het kanaal of in de ruimte,
afhankelijk van het type transmitter.
2. Verbind CO
sensor naar een willekeurige vrije univer-
2
sele analoge ingang (UI) op het aansluitbord.
3. Als de IAQ sensor een relatieve vochtigheidstransmitter
bevat:
Sluit hem aan op een vrije universele analoge ingang
(UI) op het aansluitbord.
4. Als de IAQ-sensor een ruimtetemperatuurtransmitter
bevat:
Sluit hem aan op een willekeurige vrije analoge ingang
(AI) op het aansluitbord (alleen AI6 en AI7 zijn beschik-
baar op het aansluitbord).
Configuratie
1. Ga naar het menu Service.
2. Voer het wachtwoord in (standaard 1111).
3. Configuratie van CO
en/of relatieve vochtigheidssensor: Ga naar het menu Ingang. Selecteer het tabblad UNIVER-
2
SEEL. Selecteer de universele ingang waarop de sensor is aangesloten. Voorbeeld: als deze is aangesloten op UI4 op
het aansluitbord, kies dan UNIVERSELE INGANG 4. Kies signaaltype als Analoge ingangen en kies sensortype uit
de lijst met ingangstypes: RV-sensor (RV) en/of CO₂-sensor (CO₂).
4. Configureer de ruimtetemperatuursensor: Ga naar het menu Ingang. Selecteer het tabblad ANALOOG. Selecteer de
analoge ingang waarop de sensor is aangesloten. Voorbeeld: als deze is aangesloten op AI6 op het aansluitbord, kies
dan ANALOGE INGANGEN. Kies als invoertype Ruimtetemperatuursensor (RAT).
5.3
Temperatuurregeling
5.3.1
Elektrische kanaalverwarmer (regeling via een relais)
De elektrische verwarming kan worden geïnstalleerd in buiten- of
luchttoevoerkanalen.
| v1.1
relatieve vochtigheid en tempe-
2
, RH en
2
Accessoires |
Fig. 8 IAQ-aansluitingen
33