Samenvatting van Inhoud voor SystemAir SAVE VSR 150/B
Pagina 1
SAVE VSR 150/B Onderhouds- en accessoireinstallatiehandleiding Document vertaald uit het Engels | · v1.1...
Pagina 2
Dit geldt ook voor producten die al besteld zijn, zolang dit niet van invloed is op de eerder overeengekomen specificaties. Systemair kan niet aansprakelijk of garant worden gesteld als deze instructies niet worden gevolgd tijdens de installatie of service. | v1.1...
Om aanspraak te kunnen maken op garantie moeten de producten correct zijn aangesloten, bediend en in overeen- stemming met de gegevensbladen gebruikt. Aanvullende voorwaarden zijn een volledig uitgevoerd onderhoudsplan zonder lacunes en een inbedrijfstellingsverslag. Systemair zal dit eisen in geval van een garantieclaim. Typeplaatje Noteer de specificatie en het productnummer vermeld op het typelabel op de zijkant van de unit, naast de externe aan- sluitingen, voordat u contact opneemt met uw servicevertegenwoordiger.
• Na het loskoppelen van de netvoeding bestaat er nog steeds risico op verwonding door ronddraaiende componenten die nog niet volledig tot stilstand zijn gekomen. Configuratie SAVE VSR 150/B configuratie kan worden uitgevoerd met he SAVE TOUCH bedieningspaneel or met een mobiele applicatie. Geavanceerde instellingen kunnen worden uitgevoerd met het SAVE LIGHT bedieningspaneel.
Configuratie | Vaak gebruikte symbolen De volgende selectie symbolen worden vaak gebruikt en staan op de meeste menupagina’s: Aan/Uit-schuifschakelaar om een De retourknop om terug te keren naar functie in of uit te schakelen. Witte bel een eerder menu bevindt zich in de —...
| Configuratie 3.3.1.1 Permanente modi Permanente modi zijn altijd actief, tenzij ze worden onderbroken door tijdelijke modi, geactiveerde gebruikersfuncties of alarmen: Symbool Tekst Beschrijving Automatische luchtstroomregeling. AUTO modus is beschikbaar voor selectie wanneer en/of externe Vraaggestuurd, Weekplanning ventilatorbedieningsfuncties zijn geconfigureerd, anders AUTO moduspictogram niet zichtbaar in het actieve gebruikersmodusmenu.
Configuratie | Symbool Tekst Beschrijving Stel de snelheid van de toevoerluchtventilator in op het hoog niveau en de retour luchtventilator in op laag niveau om de luchtdruk in het appartement te Centrale verminderen zodat stof beter door het centraal stofzuigersysteem wordt stofzuiger opgezogen.
| Configuratie Fig. 2 Hiërarchie van gebruikersmodi en digitale ingangen Modi worden weergegeven van de hoogste tot de laagste prioriteit; A — gebruikersmodi die kunnen worden geacti- veerd vanaf het bedieningspaneel; B — gebruikersmodi en functies geactiveerd via digitale invoer 3.3.2 Temperatuurinstellingen De temperatuur kan ingesteld worden via TEMPERATUUR INSTELLEN menu bereikbaar via het...
Configuratie | ECO-modus zal, indien geselecteerd, invloed hebben op ECO-modus wordt altijd ingeschakeld bij de volgende de volgende gebruikersfuncties/modes: modi en functies: • Auto • Afwezig • Handmatig • Vakantie • Afwezig ECO-modus wordt altijd uitgeschakeld bij de volgende gebruikersfuncties/-modi: •...
| Configuratie 3.3.5 Statusbalk en alarmen De statusregel onderaan het thuisscherm toont informatie over: De lijst met actieve De lijst met actieve alarmen. gebruikersfuncties. Zie Zie hoofdstuk 3.5.2.3 voor hoofdstuk 3.4 voor meer meer informatie. informatie. Door aanraking van één van de lijnen wordt de volgende pagina getoond met een meer gedetailleerde lijst en informa- tie over elk alarm of actieve gebruikersfunctie.
Configuratie | Configureerbare digitale ingang voor een aangepaste gebruikersfunctie. De Configureerbare luchtstroming van beide ventilators zijn vrij configureerbaar. Digitale Input 1 Hoge prioriteit. Configureerbare digitale ingang voor een aangepaste gebruikersfunctie. De Configureerbare luchtstroming van beide ventilators zijn vrij configureerbaar. Digitale Input 2 Matige prioriteit.
| Configuratie Ieder alarm heeft de volgende informatie: • Alarmnaam • Datum/tijdstempel • Informatie indien het alarm de unit stopt of een opmerking 3.5.2.3 Alarmlijst Alarmnaam Uitleg Doe het volgende A-klasse alarmen: Vorstbeveiliging Vorstbeveiliging van het retourwater Het alarm zal gereset worden als de in de verwarmingsbatterij.
Pagina 15
Configuratie | Alarmnaam Uitleg Doe het volgende Brandalarm Brandalarm is geactiveerd. Nadat het externe brandalarm gedeactiveerd is dient het alarm • Het alarm stopt de werking van bevestigd en de unit opnieuw de unit. gestart te worden. Lage toevoertemperatuur De temperatuur van de toevoerlucht Controleer de warmtewisselaar en is te laag.
Pagina 16
| Configuratie Alarmnaam Uitleg Doe het volgende Rotorbeveiliging Duidt op een defect in de rotor. Controleer de rotorriem als de Geen rotatiebeschermingssignaal roterende warmtewisselaar is gedurende 180 seconden. gestopt. Controleer terwijl de warmtewisselaar nog draait of de snelaansluiting van de sensor is aangesloten en of er een luchtspleet van 5-10 mm tussen de sensor en de magneet zit.
Pagina 17
Configuratie | Alarmnaam Uitleg Doe het volgende Ingebouwde afvoerluchtsensor Geeft een storing van de interne Controleer dat de sensor op juiste retourluchttemperatuursensor aan. wijze is aangesloten en de kabel niet Actief: gemeten temperatuur = 0°C beschadigd is. Neem contact op met Retour: gemeten temperatuur >...
| Configuratie Alarmmelding Brandalarm kan alleen worden geactiveerd met een digitaal signaal van een rook- of branddetectie- systeem of iets dergelijks. De digitale ingang moet worden geconfigureerd als Brandalarm om dit alarm te laten werken. De digitale uitgang, geconfigureerd als Som alarmen, zendt elke keer dat het alarm wordt geactiveerd een algemeen signaal uit, met uitzondering van de alarmen Externe stop, Uitgang handmatig en Handmatige ventilator- stop.
Configuratie | Weekplanning is alleen actief in de AUTO modus. Raak de schuifknop rechts aan om de geplande periode te activeren. Stel de tijd in. Raak de waarden STARTTIJD of EINDTIJD aan om tijdstippen te wijzigen. Maak gebruik van de pijltjes- toetsen om de waarde te verhogen of te verlagen.
| Configuratie 3.5.5 Systeemvoorkeuren Configuratie van de locatie, taal en tijd van de unit. Wijzig de volgende informatie: • Taal (standaard taal is Engels) • Land (standaard land is het VK) • Unitadres (adres, postcode) • Datum en tijd van de unit, activeren of deactiveren van de zomer-/wintertijdsschakelaar. De tijd zal automatisch veranderen tussen de zomer- en wintertijd volgens de Europese norm, op basis van de Greenwich-tijdzone en de ingestelde unitlocatie.
Pagina 21
Configuratie | hebben alleen selecties voor RV-sensor (RV), CO₂-sensor (CO₂), Regeling ventilator toevoerlucht (SAFC) en Regeling ventilatorretourlucht (EAFC) bedrade configuraties. Analoge ingang (AI) temperatuursensoren mogen niet meer dan één keer worden geconfigureerd. Dezelfde gebruikersmodi kunnen worden geconfigureerd op meerdere digitale ingangen (zo kunnen meerdere badka- mers worden aangesloten op verschillende digitale ingangen met de Ververs modus die voor elk van deze ingangen is geconfigureerd.
| Configuratie Ventilatoruitgang PWM (Pulsbreedtemodulatie) signaal en triac uitgang zijn al voorgeadresseerd op specifieke klemmen en kunnen niet worden gewijzigd, alle andere uitgangen zijn vrij te configureren door de inbedrijfstelling. Uitgangen zijn vrij te gebruiken voor welk doel dan ook. Digitale uitgangen zijn beperkt door het signaaltype en het fysieke aantal aansluitingen.
Configuratie | • Stel de stopvertraging van de circulatiepomp in. De standaardinstelling is 5 minuten. Deze optie is beschikbaar als Water / Changeover-verwarmingstype is geselecteerd. Bereik: Uit / 1-60 min. Extra controller • Kies een extra regelaartype. Bij elke selectie worden extra configuratieopties ontgrendeld. De standaardinstelling is Geen.
Pagina 24
| Configuratie ECO-modus • Configureer de instellingen voor de ECO-modus. Stel de verlaging van de verwarming in. De standaardinstelling is 5° Bereik: 0–10°C. Ventilatorregeling • Configureer de luchtstroom en de ventilatorinstellingen. Selecteer het type ventilatorregeling (luchtstroom). De stan- daardinstelling is Handmatig (%). Beschikbare types: Handmatig (%) / Handmatig tpm / Hoeveelheid (CAV) / Druk (VAV) / Extern Luchtstroom Instelling...
Configuratie | Luchtstroom Instelling Druk (VAV) Handmatig Extern (CAV) SAF K-Factor Stel de K-factor bereik: 0–1000 in voor de EAF K-Factor toevoer- en bereik: 0–1000 retourluchtventi- lator. De standaardinstel- lingen zijn gebaseerd op het unittype. Het doel van deze functie is om de unit te beschermen tegen bevriezing door het creëren van Buitencom- pensatie een ongebalanceerde luchtstroom bij extreme wintertemperaturen of om de toevoer van...
Pagina 26
De ventilatorsnelheid verschilt voor elk huishouden omdat deze afhankelijk is van de toegepaste unit, het kanalensysteem en de systeemdruk. Om de juiste ventilatorsnelheid te vinden dient het externe hulpmiddel te worden gebruikt, te vinden op de Systemair website. 1. Ga dus naar deze website en zoek naar de juiste unit.
Configuratie | Fig. 4 Voorbeeld van de snelheid voor de toe- en afvoerlucht ventilatoren 4. Gebruik deze procedure om de ventilatorsnelheid voor alle luchtdebieten te bepalen: MINIMUM NIVEAU, LAAG NI- VEAU, STANDAARD NIVEAU, HOOG NIVEAU, MAXIMUM NIVEAU. 5. Ga daarna in het bedieningspaneel naar het Service menu en voer het wachtwoord in. Ga daarna naar Regeling →...
Pagina 28
| Configuratie • Scannen naar netwerken — gebruik deze zoekfunctie om het uw beschermde netwerk te vinden. De gedetail- leerde procedure wordt hieronder beschreven. De IAM op een draadloos netwerk aansluiten 1. Als uw draadloze router geen WPS-ondersteuning heeft, kan de wifi-verbinding handmatig ingesteld worden. Om dit te kunnen doen dient u via het bedieningspaneel de naam en het wachtwoord van het wifi-netwerk op te zoeken.
Service | 3.5.6.9 Password settings Service niveau is altijd vergrendeld met een wachtwoord. Andere menuniveaus hebben een aparte optie voor ver- grendeling. Als het wachtwoord voor verschillende menuniveaus is geactiveerd, worden deze ontgrendeld met het beheerderswachtwoord. Kies welke menu's al dan niet vergrendeld moeten worden. 3.5.7 Help FAQ, probleemoplossing voor alarmen, contactgegevens voor ondersteuning vindt u in dit menu.
Verontreinigde filters moeten worden vervangen. Nieuwe filtersets zijn bij uw installateur of groothandel verkrijgbaar. 4.3.1.3 Warmtewisselaar SAVE VSR 150/B is uitgerust met twee roterende warmtewisselaars. De vereiste toevoerluchttemperatuur wordt daar- om gewoonlijk gehandhaafd zonder extra warmte toe te voegen. De warmtewisselaar kan voor schoonmaken en onderhoud worden verwijderd, zie "Gebruikershandleiding" voor meer informatie.
| Service Fig. 6 Aansluitingen hoofdprintplaat Positie Beschrijving Aansluiting op externe schakelkast Klemmen voor de verwarmer Klemmen voor een TRIAC Klemmen voor netvoeding Klemmen voor de netvoeding van de afvoerluchtventilator Klemmen voor de netvoeding van de toevoerluchtventilator Klemmen voor de interne relatieve vochtigheid-/temperatuursensor Analoge ingang 1 —...
4. Controleer of de aandrijfsnaar niet slipt indien de unit een warmtewiel heeft. Accessoires SAVE VSR 150/B hebben veel beschikbare accessoires die gebruikt kunnen worden om de functionaliteit van het appa- raat uit te breiden en het comfortniveau te verhogen.
Accessoires | Internet Access Module (IAM) De Internet Access Module is een apparaat waarmee verbinding met de unit kan worden gemaakt en deze kan regelen via een mobiele applicatie of rechtstreeks vanuit de computer, en waarmee automatische updates kunnen SAVE Touch Cloud worden ontvangen.
Pagina 36
• C3 — Maak verbinding met uw wifi via het Communicatie menu in het bedieningspaneel. D. Access Systemair mobiele applicatie. Er zijn twee opties beschikbaar: • D1 — Download en installeer de Systemair mobiele applicatie op uw apparaat. De Systemair mobiele applicatie is beschikbaar voor zowel Android als iOS mobiele besturingssystemen.
• Systemair-1 CO2 kanaalsensor — 14906 • Systemair-E CO2 sensor — 14904 • Kamersensor 0-50C (temperatuur) — 211525 • Systemair-E CO2 RH Temperatuur — 211522 Installatie en aansluiting 1. Installeer de IAQ-sensor in het kanaal of in de ruimte, afhankelijk van het type transmitter.
Accessoires | 5.3.1.2 Verwarmer geïnstalleerd in het toevoerluchtkanaal Installatie en aansluiting 1. Installeer de elektrische verwarmer op ten minste 100 mm afstand van de unit in het buitenluchtkanaal. Er wordt gebruik gemaakt van een relais voor de regeling van de verwarmer. Sluit het relais aan op een vrije digi- tale uitgang op de printplaat.
Accessoires | aangesloten. Voorbeeld: als deze op AO3 op de printplaat is aangesloten, selecteer dan ANALOGE UITGANG 3 en se- lecteer Y1 Warmte in de uitgangstypelijst. 5. De vorstbeschermingssensor (FPT) configureren Ga terug naar Ingang menu. Selecteer ANALOOG tabblad. Selecteer de analoge ingang waarop de vorstbeschermingssensor is aangesloten.
| Accessoires Let op: Er kan een kanaaltemperatuursensor op de analoge ingangen 6–7 aangesloten worden voor een betere toegang en deze te configureren als een toevoerluchttemperatuursensor. De interne toevoerluchttemperatuursensor dient echter wel eerst in het bedieningspaneel gedeactiveerd te worden. Configuratie 1.
Accessoires | 3. Ga naar Onderdelen > Extra controller > Modus van extra controller en selecteer Grond wisselaar . Verander indien nodig de instellingen in de menu's Configureren instellingen voorverwarmer en Confi- gureren instellingen voorkoeler. 4. Configuratie van het regelsignaal Ga naar Service > Uitgangen > DIGITAAL menu. Selecteer de digitale uitgang waarop de bodemwarmtewisselaar is aangesloten.
Pagina 44
| Accessoires Let op: Er kan een kanaaltemperatuursensor op de analoge ingangen 6–7 aangesloten worden voor een betere toegang en deze te configureren als een toevoerluchttemperatuursensor. De interne toevoerluchttemperatuursensor dient echter wel eerst in het bedieningspaneel gedeactiveerd te worden. 6. Er kan gebruik gemaakt worden van een thermostaat voor het verzenden van signalen (feedback over de change- over) omtrent het medium (warm of koud) aanwezig in de pijp.
Accessoires | 10.Configureer het relais voor de warmtepompregeling. Ga naar Uitgang. Selecteer DIGITAAL tabblad. Selecteer de digitale uitgang waaraan het relais verbonden is. Voorbeeld: als deze op de printplaat op DO3 is aangesloten, selec- teer dan DIGITALE UITGANG 3 en selecteer Start/Stop Circulatiepomp, Y1/Y3 Change-over in de uitgangstypelijst.
| Accessoires Let op: Er kunnen 24 VAC-kleppen worden gevoed en geregeld met een relaisset en een transformator (artikelnummer: 153548). Deze installatieprocedure beschrijft hoe de kleppen met een 230 V~ netvoeding worden aangesloten met een re- laisset zonder een transformator (artikelnummer: 153549).
Accessoires | Aanbevolen afzuigkappen vindt u op de website van Sys- temair in de productbeschrijving van uw ventilatie-unit. Configuratie 1. Ga naar het menu Service 2. Voer het wachtwoord in (standaard 1111) 3. Ga naar Ingang menu. Selecteer UNIVERSEEL tabblad. 4.
| Accessoires Let op: De toename in de afvoerluchtdruk veroorzaakt door de afzuigkap is voor elk systeem anders. Stel de drukwaarde waarop de schakelaar wordt geactiveerd in met de knop onder de afdekkap. De ingestelde waarde kan door de afdekkap gezien worden. Configuratie 1.
Accessoires | Configuratie 1. Ga naar het menu Service 2. Voer het wachtwoord in (standaard 1111) 3. Ga naar Communicatie ⇒ HMI Adres en wijzig het adresnummer. Herhaal deze stappen voor elk aangesloten bedieningspaneel. Elk bedieningspaneel moet zijn eigen unieke adresnummer hebben. Geen enkel bedieningspaneel mag dezelfde adreswaarde hebben om goed te kunnen functioneren.
Pagina 50
| Accessoires Configuratie 1. Ga naar het menu Service 2. Voer het wachtwoord in (standaard 1111) 3. Ga naar Ingang menu. Selecteer UNIVERSEEL tabblad. 4. Selecteer de universele ingang waarop de draad van de drukknop is aangesloten. Voorbeeld: als deze op UI3 is aangesloten op de print- plaat, selecteer dan UNIVERSELE INGANG 3.