14
| Configuratie
Alarmmelding Brandalarm kan alleen worden geactiveerd met een digitaal signaal van een rook- of branddetectie-
systeem of iets dergelijks. De digitale ingang moet worden geconfigureerd als Brandalarm om dit alarm te laten
werken.
De digitale uitgang, geconfigureerd als Som alarmen, zendt elke keer dat het alarm wordt geactiveerd een algemeen
signaal uit, met uitzondering van de alarmen Externe stop, Uitgang handmatig en Handmatige ventilator-
stop. Dit signaal specificeert niet het type alarm.
3.5.3
Weekplanning
De unit kan geconfigureerd worden om bij een ingestelde luchtstroming tijdens twee periodes (00:00–
23:59) op door de gebruiker gekozen dagen te werken.
Weekschema is alleen geactiveerd als in de AUTO modus.
De digitale uitgang voor geplande en ongeplande periodes kan geactiveerd of gedeactiveerd worden.
3.5.3.1 Programma debieten
Raak het pictogram instellingen aan om naar het menu programmeren LUCHTSTROOMINSTELLINGEN te
gaan. menu. In dit menu wordt het luchtdebiet ingesteld voor geplande en niet-geplande periodes.
Beschikbare niveaus: Uit, Minimaal, laag, Normaal, hoog, maximum of Vraag.
Stel de offset temperatuur in voor beide periodes (-10°C – 0°C).
Vraagniveau is alleen beschikbaar als de functie Regeling naar vraag of de functie Extern ventilator actief is.
3.5.3.2 Planning bewerken
In het startscherm klikt u op het symbool Menu en selecteert u Weekschema.
Het menu is standaard geblokkeerd. Voer een wachtwoord in (standaard wachtwoord is 1111).
Raak het symbool links onderin het scherm aan om een nieuwe weekschema toe te voegen of tik op de knop BEWER-
KEN om een reeds bestaande planning te wijzigen.
| v1.1