10
AFSTELLINGEN
10.5 ZWENKARM ACHTER
OPMERKING: De zwenkarm achter stelt in staat om
de maaikop achter gemakkelijk te
bereiken. De maaikoppen MOETEN
omhoog staan. De arm mag NIET
naar buiten gezwenkt worden met de
maaikoppen in de omlaag-stand.
1.
De grasvanger MOET worden verwijderd
voordat u de arm naar buiten zwenkt.
2.
Ontgrendel de trekvergrendeling.
3.
Trek de hendel uit en zwenk de achterarm en
maaikop naar buiten.
4.
Nadat goed op de bestuurdersstoel zit, start u
de motor en laat u de maaikoppen zakken.
5.
Zet de machine uit en verwijder de achterste
maaikop voor onderhoud.
6.
Na voltooiing van het onderhoud bevestigt u de
maaikop aan de achterarm.
7.
Nadat goed op de bestuurdersstoel zit, start u
de motor en brengt u de maaikoppen omhoog.
8.
Zet de machine uit en zwenk de achterarm
terug onder de machine en vergrendel de arm
met de trekvergrendeling.
9.
Plaats de grasvanger.
WAARSCHUWING
Om het risico op ernstig letsel te
vermijden, mag NOOIT geprobeerd
worden om maaikoppen te verstellen
terwijl de motor draait.
De machine NOOIT gebruiken terwijl de
achterste arm niet vergrendeld is met de
trekvergrendeling. Het rijden met de
achterste arm uit, zal leiden tot schade
aan de machine en/of ernstig letsel of de
dood van de bediener en/of omstanders.
JACOBSEN G-PLEX III Serie: FH & FJ
VEILIGHEID, BEDIENING &
ONDERHOUDSHANDLEIDING
1. Trekvergrendeling
2. Hendel
nl-59