Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hef- En Daalsnelheid Maaicilinder & Synchronisatie - Textron Jacobsen G-Plex III Bedienings-, Veiligheids- En Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

8
KLAARMAKEN
8.4
HEF- EN DAALSNELHEID MAAICILINDER &
SYNCHRONISATIE
De kleppen die de snelheid en de volgorde waarin de
maaieenheden worden geheven en neergelaten,
worden in de fabriek ingesteld. Ze kunnen echter
gereset of veranderd worden door middel van de
volgende stappen.
1.
Bevestig een geschikte hydraulische drukmeter
aan de poort op de cilinderklep van de
haspelaandrijving (zie fig. 8.4.1).
2.
Start de machine en laat de motor op volle
toeren draaien gedurende 15-20 minuten om te
zorgen dat de olie op de juiste temperatuur is.
3.
Draai zowel de hefkleppen van de centrale
eenheid als de daalkleppen die zich aan de
achterkant van de machine bevinden, helemaal
rechtsom. Draai vervolgens de bovenste klep
anderhalve slag en de onderste klep één slag
los (zie fig. 8.4.2).
4.
Draai de daalklep van de voorste eenheid, die
zich onder de accudeksel bevindt, helemaal
linksom en vervolgens nog een hele slag (zie
fig. 8.4.3).
5.
De ontlastingsklep die zich op de hefklep
bevindt, moet ingesteld worden op 1275 ± 75
psi. Hef de maaicilinders en laat ze vervolgens
dalen om dit te controleren en noteer de
piekdruk die u van de drukmeter, bevestigd aan
de cilinderklep van de haspelaandrijving, afleest.
Als de meter een druk weergeeft die afwijkt van
de hierboven aangegeven limieten, moet de druk
gecorrigeerd worden. Dit wordt gedaan door
eerst de moer op de ontlastingsklep los te
draaien (zie onderdeel 1 in fig. 8.4.4) en door
vervolgens de klepinstelschroef (onderdeel 2) af
te stellen. Draai de schroef aan om de druk te
verhogen en los om de druk te verlagen. Stel de
schroef een halve slag per keer af en controleer
de druk opnieuw door de maaicilinders te heffen
en te dalen. Zodra de juiste druk is bereikt,
draai de borgmoer (onderdeel 1) weer aan om
de instelling vast te zetten.
6.
Draai de maaieenheden om de synchronisatie
te controleren. De centrale maaieenheid moet
iets achter de voorste maaieenheden kunnen
dalen en heffen.
JACOBSEN G-PLEX III Serie: FH & FJ
VEILIGHEID, BEDIENING &
ONDERHOUDSHANDLEIDING
GAUGE PORT
METERPOORT
Fig. 8.4.1
Meterpoort
Fig. 8.4.2
Hef- en daalkleppen centrale eenheid
Fig. 8.4.3
Onderste klep voorste eenheid
Fig. 8.4.4
Ontlastingsklep
KLEP
VALVE
1
2
2
nl-33

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fh seriesFj seriesUsad002Usag002

Inhoudsopgave