9
SMEERING & ONDERHOUD
9.4
MOTOROLIEPEIL - BENZINE
Schade aan de motor wegens onjuist onderhoud of
gebruik van een onjuiste oliekwaliteit en/of –
viscositeit wordt niet gedekt door de motorgarantie
(raadpleeg de motorhandleiding voor cartercapaciteit
en aanbevolen oliegraad en –gewicht).
De eenheid moet op een vlakke ondergrond staan
om het oliepeil nauwkeurig te kunnen aflezen.
De olie moet tussen de twee markeringen op de
peilstok worden gehouden.
OPMERKING: NIET overvullen. Oververhitting
van de motor en schade kan het
gevolg zijn.
9.5
MOTOROLIE VERVERSEN - BENZINE
Motorolie verversen.
1
Laat de motor eerst warmdraaien en verwijder
vervolgens de olieaftapplug (Fig. 9.5.2) en laat
de olie weglopen uit de ondercarter.
2
Maak de plug schoon en plaats deze terug.
3
Verwijder de vuldop (Fig. 9.5.1) en vul bij met
schone olie tot aan het maximale niveau op
de peilstok (Fig. 9.5.1).
Raadpleeg de Specificatie voor de oliegraad
en de hoeveelheid.
4
Plaats de vuldop stevig terug.
OPMERKING
•
NIET over de streep vullen. Oververhitting en
schade kan het gevolg zijn.
Verwijder gebruikte motorolie conform
lokale richtlijnen.
Contact met motorolie kan uw huid
beschadigen. Gebruik handschoenen als u
met motorolie werkt. Als u in contact komt
met motorolie, was het onmiddellijk af.
Z
Z
JACOBSEN G-PLEX III Serie: FH & FJ
VEILIGHEID, BEDIENING &
ONDERHOUDSHANDLEIDING
1. Olievulpoort
2. Peilstok
Fig. 9.5.1
1. Vuldop
2. Peilstok
Fig. 9.5.2
1. Olieaftapplug
1
nl-39