– Controleer het achterste radiateurscherm, het
luchtfilter en het luchtinlaatscherm boven de
radiateur regelmatig op opgehoopt maaisel.
– Als de motor oververhit raakt, moet u de
machine parkeren op een schaduwrijke plek
met een goede luchtstroom om de onderdelen
te laten afkoelen.
De machine onderhouden na het
maaien
Na het maaien moet u de machine grondig
schoonspoelen met een tuinslang zonder spuitmond,
zodat de afdichtingen en lagers niet worden
beschadigd of verontreinigd raken als gevolg van een
te hoge waterdruk. Zorg ervoor dat de radiateur en de
oliekoeler vrij blijven van vuil en maaisel. Na reiniging
moet u de machine controleren op eventuele lekken
in het hydraulische systeem, beschadiging of slijtage
van de hydraulische en mechanische onderdelen.
Controleer tevens of de messen van de maaidekken
scherp genoeg zijn.
Na gebruik
Veiligheid na het werk
Algemene veiligheid
•
Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
•
Schakel de maai-eenheden uit en laat deze
zakken.
•
Haal de parkeerrem aan.
•
Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.
•
Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen.
•
Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt,
reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan
verricht.
•
Om brand te voorkomen, moet u ervoor zorgen
dat de maai-eenheden, aandrijvingen, dempers,
koelschermen en het motorcompartiment vrij zijn
van gras en vuil. Veeg gemorste olie en brandstof
op.
•
Schakel de aandrijving van het werktuig uit als u
de machine sleept of niet gebruikt.
•
Onderhoud en reinig de veiligheidsgordel(s) indien
nodig.
•
Sla de machine en de brandstofhouder niet
op plaatsen waar open vlammen, vonken of
waakvlammen (bv. van een boiler of andere
toestellen) aanwezig kunnen zijn.
De bevestigingspunten
zoeken
•
Voorkant van de machine : de opening in het
rechthoekige blok, onder de asbuis, aan de
binnenzijde van beide voorwielen
1. Voorste bevestigingspunt
•
Achterkant van de machine – Beide
zijden van het achterframe van de machine
(Figuur
97).
1. Achterste bevestigingspunt
57
(Figuur
Figuur 96
Figuur 97
96).
g031851
g004555