•
Gebruik B5 (biodieselinhoud 5%) of mengsels met
een lager percentage in koud weer.
•
Controleer afdichtingen, slangen en pakkingen,
die in contact met brandstof komen, omdat zij in de
loop der tijd hierdoor kunnen worden aangetast.
•
De kans bestaat dat een brandstoffilter na verloop
van tijd verstopt raakt, nadat u bent overgestapt
op een biodieselmengsel.
•
Neem voor verdere informatie over biodiesel
contact op met een erkende Toro- distributeur.
Brandstof tanken
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maai-eenheden zakken, stel de
parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje.
2.
Maak de omgeving van de dop van de
brandstoftank schoon. Gebruik hiervoor een
schone doek.
3.
Verwijder de dop van de brandstoftank
46).
Figuur 46
1. Dop van brandstoftank
4.
Vul de brandstoftank tot 6 tot 13 mm vanaf de
onderkant van de vulbuis.
5.
Draai de tankdop na het vullen stevig vast.
Opmerking:
Vul de brandstoftank na elk
gebruik indien dit mogelijk is. Dit beperkt
mogelijke condensvorming in de brandstoftank
tot een minimum.
De interlockschakelaars
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
VOORZICHTIG
Niet-aangesloten of beschadigde
interlockschakelaars kunnen onverwachte
gevolgen hebben op de werking van
de machine. Dit kan lichamelijk letsel
veroorzaken.
• Laat de interlockschakelaars ongemoeid.
• Controleer elke dag de werking van
de interlockschakelaars en vervang
beschadigde schakelaars voordat u de
machine weer in gebruik neemt.
Belangrijk:
werkt, moet u contact opnemen met uw erkende
Toro verdeler.
De machine voorbereiden
1.
Rij de machine langzaam naar een open terrein.
2.
Laat de maai-eenheden zakken, zet de motor af
en stel de parkeerrem in werking.
(Figuur
De interlock voor het tractiepedaal
bij starten controleren
1.
Op de bestuurdersstoel gaan zitten.
2.
Haal de parkeerrem aan.
3.
Druk de aftakasschakelaar in de stand
U
ITSCHAKELEN
4.
Druk het tractiepedaal in.
5.
Draai het sleuteltje naar de stand S
Opmerking:
g021210
laten draaien met een ingetrapt tractiepedaal.
De interlock voor de aftakas bij
starten controleren
1.
Ga op de bestuurdersstoel zitten
2.
Trek de aftakasschakelaar in de stand
I
NSCHAKELEN
3.
Draai het sleuteltje naar de stand S
Opmerking:
wanneer de aftakasschakelaar in de stand
I
NSCHAKELEN
De interlock voor de aftakas bij
lopen controleren
1.
Ga op de bestuurdersstoel zitten
2.
Druk de aftakasschakelaar in de stand
U
ITSCHAKELEN
3.
Start de motor.
28
Als een interlockschakelaar niet
.
De startmotor mag de motor niet
.
De motor mag niet starten
staat.
.
.
TART
.
TART