2.
Druk op de rechterknop om het toerental te
veranderen. Als u de toerentalinstelling wijzigt,
zal het display het toerental berekend op
basis van de vorige instellingen van het aantal
messen, de maaisnelheid en de maaihoogte
blijven weergeven; u zult echter ook de nieuwe
waarde zien.
Toegang krijgen tot beveiligde
schermen
Druk in het hoofdscherm één keer op de middelste
knop. Als de pijlen boven de knoppen verschijnen,
drukt u opnieuw op de middelste knop om tussen de
schermen te scrollen.
De maximale toegestane
maaisnelheid instellen
De geselecteerde instelling wordt weergegeven als
een X op de staafgrafiek van de tractiesnelheid
samen met de instellingen voor de cruisecontrol en de
pedaalaanslag. Een X in een staaf geeft aan dat de
maximale snelheid beperkt is door de leidinggevende
(Figuur 51
of
Figuur
53).
Opmerking:
Deze instelling wordt bewaard in het
geheugen en toegepast op de tractiesnelheid tot u
ze verandert.
1.
Scroll in het instellingenmenu naar beneden tot
u de functie maaisnelheid ziet en druk op de
rechterknop.
2.
Gebruik de rechterknop om de maximale
maaisnelheid te verhogen in stappen van
0,8 km/h tussen 1,6 en 12,9 km/h.
3.
Gebruik de middelste knop om de maximale
maaisnelheid te verlagen in stappen van
0,8 km/h tussen 1,6 en 12,9 km/h.
4.
Druk op de linkerknop om het menu te verlaten.
De maximale toegestane
transportsnelheid instellen
De geselecteerde instelling wordt weergegeven als
een X op de staafgrafiek van de tractiesnelheid
samen met de instellingen voor cruisecontrol en de
pedaalaanslag. Een X in een staaf geeft aan dat de
maximale snelheid beperkt is door de leidinggevende
(Figuur 51
of
Figuur
53).
Opmerking:
Deze instelling wordt bewaard in het
geheugen en toegepast op de tractiesnelheid tot u
ze verandert.
1.
Scroll in het instellingenmenu naar beneden tot
u de functie transportsnelheid ziet en druk op de
rechterknop.
2.
Gebruik de rechterknop om de maximale
transportsnelheid te verhogen in stappen van
0,8 km/h tussen 8,0 en 16,0 km/h.
3.
Gebruik de middelste knop om de maximale
transportsnelheid te verlagen in stappen van
0,8 km/h tussen 8,0 en 16,0 km/h.
4.
Druk op de linkerknop om het menu te verlaten.
Smart Power in-/uitschakelen
1.
Ga in het instellingenmenu naar Smart Power.
2.
Druk op de rechterknop om tussen A
te schakelen.
3.
Druk op de linkerknop om het menu te verlaten.
De acceleratiemodus instellen
1.
Scroll in het instellingenmenu naar beneden tot
u Acceleratie ziet.
2.
Druk op de rechterknop om tussen
en
te schakelen.
HOOG
3.
Druk op de linkerknop om het menu te verlaten.
De hydrostatische remweg
controleren
Deze machine remt dynamisch en stopt wanneer u
het tractiepedaal in de neutraalstand zet.
Opmerking:
Voor een soepele vertraging gebruikt
u uw voet om het tractiepedaal langzaam terug te
brengen naar de neutraalstand. Haal uw voet niet
van het pedaal en laat het pedaal niet terugschieten
naar de neutraalstand tenzij u van plan bent snel te
stoppen.
Met de maximale transportsnelheid van 16 km/h moet
de machine volledig tot stilstand komen in ongeveer
3,7 m.
1.
Markeer het begin en einde van 3,7 m op een
vlak, droog wegdek.
2.
Rijd de machine met de maximale
transportsnelheid en haal uw voet van
het pedaal bij het begin van de 3,7 m.
3.
Controleer of de machine binnen 0,6 m van de
eindmarkering (3,7 m) tot stilstand komt.
4.
Neem contact op met uw Toro-distributeur als de
stopafstand van de machine niet binnen 0,6 m
van deze afstand ligt.
De snelheden bij
achteruitrijden begrijpen
Transportsnelheid achteruit
34
en U
AN
IT
,
LAAG
MEDIUM