6.
Open de motorkap en controleer het peil
van de koelvloeistof; zie
controleren (bladz.
7.
Controleer het peil van de motorolie en sluit en
vergrendel de motorkap; zie
controleren (bladz.
Opmerking:
Het carter van de motor is in
de fabriek gevuld met olie; u moet het oliepeil
echter controleren voordat en nadat de motor
voor de eerste keer is gestart.
2
De bedieningsarm afstellen
Geen onderdelen vereist
Procedure
U kunt de stand van de bedieningsarm aanpassen
voor uw comfort.
1.
Draai de 2 bouten los waarmee de
bedieningsarm is vastgezet aan de
bevestigingsbeugel
1. Bedieningsarm
2. Bevestigingsbeugels
2.
Draai de bedieningsarm in de gewenste stand
en zet de 2 bouten weer vast.
Het koelvloeistofpeil
81).
Het motoroliepeil
68).
(Figuur
3).
Figuur 3
3. Bout
3
De maai-eenheden
monteren
Benodigde onderdelen voor deze stap:
1
Slanggeleider rechts vooraan
1
Slanggeleider links vooraan
De machine gebruiksklaar maken
1.
Haal de motoren van de messenkooien uit de
transportbeugels.
2.
Verwijder de verzendbeugels en werp deze weg.
3.
Verwijder aan de hefarmen van de maai-eenheid
de borgpen waarmee het kapje bevestigd is aan
het juk van het draaipunt van de hefarm
4).
1. Borgpen
De maai-eenheden voorbereiden
1.
Haal de maai-eenheden uit de dozen.
2.
U moet de maaidekken monteren en
afstellen volgens de instructies in de
Gebruikershandleiding.
g004152
3.
Zorg ervoor dat het contragewicht
wordt gemonteerd aan het juiste uiteinde van
de maai-eenheid volgens de instructies in de
Gebruikershandleiding van de maai-eenheid.
12
Figuur 4
2. Dop
(Figuur
(Figuur
g003975
5)