Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Voor De Installatie; Installatie-Eisen; Aandachtspunt Bij Ketelvervanging; Opbouw Van Cascadesystemen - REMEHA Gas 220 Ace 160 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4

Voor de installatie

4.1

Installatie-eisen

4.2

Locatiekeuze

7676936 - v.01 - 10092018
4.1.1

Aandachtspunt bij ketelvervanging

Indien het ketelvermogen wordt gereduceerd dan dient ook de
waterdoorstroming hierop afgestemd te worden. Stel dat er 4 stuks Gas
220 Ace 300 in cascade geschakeld zijn. De totale waterdoorstroming is
3
dan 4 x 12,5 = 50 m
/h (bij ΔT= 20°C). Als nu in de installatie 39 m
wordt rondgepompt, stroomt er in de open verdeler van de retour- naar
3
aanvoerleiding 11 m
/h. Het gevolg is dat de aanvoertemperatuur naar de
installatie daalt waardoor er mogelijk comfortklachten kunnen optreden.
Ook het omgekeerde is een aandachtspunt. Indien het ketelvermogen
toeneemt en het debiet aan beide zijden van de open verdeler wordt niet
aangepast, dan circuleert er primair meer water. Hierdoor zal de
retourtemperatuur naar de ketels stijgen met als gevolg dat het rendement
af neemt. De oplossing is om het debiet in de installatie af te stemmen op
het debiet in de ketels. Een lagere aanvoertemperatuur is erger dan een
lagere waterdoorstroming, vooral voor warmteafgifte-elementen waarbij
een hoge watertemperatuur vereist is.
4.1.2

Opbouw van cascadesystemen

De retour-, aanvoer-, en gasaansluitingen van de afzonderlijke ketels,
worden met de meegeleverde appendages door middel van vlakke
verbindingen aangesloten op verzamelleidingen voor retour, aanvoer en
gas. Deze leidingen zijn gelast op een frame, dat steunt op de grond. De
meegeleverde open verdeler heeft flensverbindingen, welke naar keuze,
links of rechts van de cascadeverzamelleiding gemonteerd kunnen
worden. Aan de andere zijde worden de meegeleverde blindflenzen
gemonteerd. De gasverzamelleiding is voorzien van een flens, waarop het
gasfilter (optioneel) eveneens naar keuze links of rechts gemonteerd kan
worden. Bij toepassing van een gasfilter moet rekening gehouden worden
met een drukverlies van 3 mbar over het gasfilter. De minimale gasdruk na
het gasfilter is voor L-gas 20 mbar en voor H-gas 17 mbar. De
gezamenlijke PVC condenswaterafvoerleiding kan in het frame worden
geïnstalleerd. In het frame zijn daarvoor gaten aangebracht waarin deze
leiding onder afschot (naarkeuze links of rechts) kan worden geplaatst.
Tab.1
Ketelvermogens
Keteltype
Nominaal vermogen [kW]
50/30 °C
Gas 220 Ace 160
156,6
Gas 220 Ace 200
210,0
Gas 220 Ace 250
260,8
Gas 220 Ace 300
309,8
4.2.1

Stookruimte

Een cascade installatie met een totale belasting op bovenwaarde van
meer dan 130 kW, moet voldoen aan de richtlijnen die gelden voor
stookruimten.
Raadpleeg NEN 3028: Eisen voor verbrandingsinstallaties.
4 Voor de installatie
3
/h
80/60 °C
147,6
194,6
243,0
290,0
13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gas 220 ace 200Gas 220 ace 250Gas 220 ace 300

Inhoudsopgave