13 - FOUTOPSPORING
Hier volgt een lijst van storingen die kunnen optreden en hun
mogelijke oorzaken en reparaties.
Wanneer de unit niet naar behoren werkt, de elektrische voeding
uitschakelen voordat wordt geprobeerd de unit te repareren.
Defect
Mogelijke oorzaak
De unit start niet:
■ Voeding niet aangesloten;
SLUIT DE VOEDING AAN.
■ Hoofdschakelaar is uitgeschakeld;
SCHAKEL DE HOOFDSCHAKELAAR IN.
■ Voedingsspanning te laag;
CONTROLEER DE VOEDINGSSPANNING.
■ Activering van een beschermingsinrichting;
RESET DE BESCHERMINGSINRICHTING.
■ Geblokkeerde magneetschakelaar;
CONTROLEER EN VERVANG DE GEBLOKKEERDE
MAGNEETSCHAKELAAR INDIEN NODIG.
■ Vastgelopen compressor;
CONTROLEER EN VERVANG DE COMPRESSOR INDIEN
NODIG.
■ Losse elektrische verbindingen;
CONTROLEER EN ZET DE ELEKTRISCHE VERBINDINGEN
VAST.
De unit werkt continu of pendelt te vaak:
■ Storing van de magneetschakelaar van de compressor;
CONTROLEER EN VERVANG DE MAGNEETSCHAKELAAR
INDIEN NODIG.
■ Compressorstoring;
CONTROLEER EN VERVANG DE COMPRESSOR INDIEN
NODIG.
■ Koudemiddellekkage;
CONTROLEER DE VULLING EN VUL KOUDEMIDDEL BIJ.
■ Onvoldoende waterdebiet;
CONTROLEER HET DRUKVERLIES IN HET WATERCIRCUIT.
■ Onvoldoende statische druk in het watercircuit;
CONTROLEER DIT OP DE MANOMETER EN HERSTEL
INDIEN NODIG.
De unit stopt door een lagedrukalarm:
■ Koudemiddellekkage;
CONTROLEER DE VULLING EN VUL KOUDEMIDDEL BIJ.
■ Onvoldoende waterdebiet in de warmtewisselaar;
CONTROLEER DE WATERPOMP.
■ Unit start te laat;
WACHT TOT HET SYSTEEM STABIEL IS.
26
Voorgestelde reparatie
De unit stopt door een hogedrukalarm:
■ Storing van de hogedrukschakelaar;
CONTROLEER EN VERVANG DE DRUKSCHAKELAAR
INDIEN NODIG.
■ Het expansieventiel is geblokkeerd;
CONTROLEER EN VERVANG HET GEBLOKKEERDE
EXPANSIEVENTIEL INDIEN NODIG.
■ Droogfilter verstopt;
CONTROLEER EN VERVANG HET FILTER INDIEN NODIG.
■ Buitenventilatoren werken niet;
CONTROLEER DE VENTILATORMOTOR(EN) EN DE
ELEKTRISCHE VERBINDINGEN.
■ Batterij verstopt of vuil;
VERWIJDER VERSTOPPING OF REINIG DE BATTERIJ.
De unit maak te veel lawaai:
■ Leiding trilt;
ZET DE LEIDINGEN GOED VAST.
■ De compressor maak te veel lawaai;
CONTROLEER EN VERVANG DE COMPRESSOR INDIEN
NODIG.
■ Het expansieventiel fluit;
CONTROLEER DE VULLING EN VUL KOUDEMIDDEL BIJ
INDIEN NODIG.
■ Panelen zijn niet correct gemonteerd;
MONTEER DE PANELEN OP DE JUISTE WIJZE.
Olielekkage uit de compressor:
■ Lekkage uit het koudemiddelcircuit;
VIND EN REPAREER DE LEKKAGE.
Waterlekkage:
■ Defecten bij waterintredeen/of wateruittredeaansluitingen;
CONTROLEER EN ZET DE AANSLUITINGEN VAST INDIEN
NODIG.
Het ontdooisysteem van de unit werkt niet (alleen op units
30RQ):
■ Storing van 4-weg terugslagklep;
CONTROLEER EN VERVANG DE KLEP INDIEN NODIG.
■ Ontdooivoeler werkt niet;
CONTROLEER EN VERVANG DE VOELER INDIEN NODIG.