MI 3108 EurotestPV
5.6 Lijnimpedantie en vermoedelijke kortsluitstroom /
spanningsval
Lijnimpedantie wordt gemeten in een lus die de netspanningsbron en de lijnbekabeling
omvat. De lijnimpedantie is conform de verplichtingen van de EN 61557-3 norm.
De subfunctie Spanningsval is bedoeld om te controleren of een spanning in de
installatie boven de aanvaardbare niveaus blijft wanneer de hoogste stroom door het
circuit gaat. De hoogste stroom wordt bepaald als de nominale stroom van de zekering
van het circuit. De limietwaarden worden beschreven in de EN 60364-5-52 norm.
Subfuncties:
• Z LINE – Lijnimpedantiemeting conform EN61557-3
• ∆U – Spanningsvalmeting
Zie hoofdstuk 4.2
Testparameters voor lijnimpedantiemeting
Test
Selectie sub-functie lijnimpedantie [Zline] of spanningsval [∆U]
FUSE type
Selectie type zekering [---, NV, gG, B, C, K, D]
FUSE I
Nominale stroom van geselecteerde zekering
FUSE T
Maximale uitschakeltijd van de geselecteerde zekering
Lim
Minimale kortsluitstroom voor geselecteerde zekering
Zie Bijlage A voor de referenties van de zekering
Bijkomende testparameter voor spanningsvalmeting
∆U
Maximale spanningsval [3.0 % ÷ 9.0 %]
MAX
Metingen – AC laagspanningsinstallaties
Figuur 5.26: Lijnimpedantie
Figuur 5.27: Spanningsval
54