d. Verwijder de inktpatronen en leg ze op hun kant op een
stuk papier.
Houd nieuwe en gebruikte inktpatronen buiten
Waarschuwing
het bereik van kinderen.
Zorg dat de inktpatronen niet langer dan 30
Let op
minuten uit de printer blijven.
N.B.
Raak de inktsproeiers of de koperen contacten niet
aan. Het aanraken van deze onderdelen kan leiden tot
verstoppingen, problemen met de inkt en slechte
elektrische verbindingen.
2
Reinig de inktpatronen
a. Dompel een schoon wattenstaafje in gedestilleerd water
en knijp het overtollige water uit het staafje.
b. Pak de zwarte inktpatroon bij de gekleurde dop vast.
c. Reinig het oppervlak en de randen van de inktpatroon
zoals getoond. VEEG NIET over de sproeikop.
Reinig de
sproeikop NIET.
Reinig hier.
d. Houd de inktpatroon tegen het licht en inspecteer de
voorzijde en randen op vezels. Als er nog steeds vezels
aanwezig zijn, herhaalt u stap 2a t/m 2c.
e. Herhaal stap 2a t/m 2d met de driekleurenpatroon en
gebruik daarbij een schoon, bevochtigd wattenstaafje om
verontreiniging te voorkomen.
60