OPMERKING:
regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonwandaansluiting aan
te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de
telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig zijn.
2.
Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
3.
(Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal overgaan).
4.
Voer een faxtest uit.
Wanneer de telefoon overgaat, antwoordt de printer automatisch na het aantal belsignalen dat u hebt
ingesteld in de instelling Hoe vaak overgaan. De printer begint tonen voor het ontvangen van een fax uit te
zenden naar het verzendende faxapparaat en ontvangt de fax.
Situatie B: De printer installeren met DSL
Als u een DSL-service hebt via uw telefoonmaatschappij en geen apparatuur op de printer aansluit, volg dan
de instructies in dit gedeelte om een DSL-filter aan te sluiten tussen de telefoonaansluiting en de printer. De
DSL-filter verwijdert het digitale signaal dat de printer kan verstoren, zodat de printer goed kan
communiceren met de telefoonlijn. (DSL wordt in uw land/regio mogelijk ADSL genoemd.)
OPMERKING:
faxberichten verzenden en ontvangen.
Afbeelding B-2
1
2
3
148 Bijlage B Bijkomende faxinstallatie
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/
Als u over een DSL-lijn beschikt en u geen DSL-filter gebruikt, kunt u met de printer geen
Achteraanzicht van de printer
Telefoonaansluiting op de wand
DSL-filter (of ADSL-filter) en het door de DSL-provider geleverde snoer
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbind dit met de 1-LINE-poort.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/regio.
NLWW