Inhoudsopgave
Advertenties
1.0
INLEIDING
Deze handleiding is bedoeld om de fundamentele informatie te verstrekken voor het installeren, in bedrijf stellen, demonteren, opnieuw
monteren en het onderhoud van de regelaars Reflux 819/FO.
In dit kader wordt een korte illustratie gegeven van de belangrijkste kenmerken van de regelaar en van zijn accessoires.
1.1
BELANGRIJKSTE KENMERKEN
De Reflux 819/FO drukregelaar is een regelaar van het aangestuurde type voor middelhoge en hoge druk. De Reflux 819/FO is een "fail open"
regelaar (met reactie door te openen), dit betekent dat de regelaar opengaat bij:
- breuk van het hoofdmembraan;
- breuk van het (de) membraan (membranen) van de besturing.
- geen voeding in het stuurcircuit.
De belangrijkste kenmerken van deze regelaar zijn:
- ontwerpdruk: tot 100 bar (opmerking 1)
- ontwerptemperatuur: -20 °C ÷ +60 °C;
- omgevingstemperatuur: -20 °C ÷ +60 °C;
- drukrange bij inlaap bpe: 3 ÷ 85 bar;
- mogelijke regelingsrange Wh: 1 ÷ 74 bar (in functie van de geïnstalleerde besturing);
- minimaal drukverschil: 2 bar;
- AC nauwkeurigheidsklasse: tot 1;
- drukklasse bij sluiten SG: tot 3;
opmerking 1 : de toegelaten maximale druk is in ieder geval beperkt door de ratingdruk van de geflensde verbindingen.
1.2 WERKING (AFB. 1)
Wanneer er geen druk is, wordt de sluiter 5 door de veer 54 in open positie gehouden (afb. 1). De druk ervoor wijzigt deze
positie niet, zelfs al is deze druk variabel, omdat de sluiter volledig uitgebalanceerd is en bijgevolg aan gelijke drukwaarden
onderhevig, zelfs als de doorsnede verschillend is.
Ook de stang 6 bevindt zicht tussen twee gelijke drukwaarden gezien de druk ervoor via de opening A eveneens in de kamer
C wordt gebracht.
De sluiter wordt aangestuurd door het membraan 50, waarop de volgende krachten van inwerken:
• naar boven: de belasting van de veer 54, de duwkracht afkomstig van de aandrijfdruk Pm in de kamer E gevoed door de
besturing.
• naar beneden: het gewicht van de mobiele uitrusting en de duwkracht afkomstig van de voedingsdruk naar de besturing
Pep in de kamer D
De aandrijfdruk wordt verkregen door uit de regelaar gas af te nemen op de druk ervoor. Het gas wordt gefilterd via de
filter 13 en ondergaat een eerste decompressie in de voorreductor R14/A/FO (afb. 2) die fundamenteel is samengesteld uit
een sluiter 5, een veer 12 en een membraan 10 tot aan waarde Pep, die afhangt van de afstellingsdruk van de regelaar. De
druk Pep uit de kamer G gaat daarna in de besturing 204/A/FO die de druk regelt tot de waarde Pm voor immissie in de kop
van de regelaar via de sluiter 17. De Pm- regeling wordt verkregen door vergelijking tussen de kracht uitgeoefend door de
afstellingsveer 22 van de besturing en de actie van de geregelde druk Pa in de kamer B op het membraan 16.
TECHNISCHE HANDLEIDING MT103
6
Advertenties
Inhoudsopgave
