TECHNISCHE HANDLEIDING MT103
4.3.1 WERKING BLOKKERING HB/97 (AFB.13)
De blokkeerklep bestaat hoofdzakelijk uit de volgende delen:
• uitgebalanceerde sluiter klep (pos.12);
• pneumatische actuator met enkelvoudige werking (pos.11);
• lijnonderbreker (van pos. 1 tot pos. 10);
Wanneer er geen druk is, wordt de sluiter van de klep door de veer (pos.13) in sluitpositie gehouden en rust op de zitting van
de klep. De aanstuurdruk wordt verkregen door gas op een druk Pe rechtstreeks ervoor af te nemen. Het gas stroomt door
de klep (1) (die de druk via een by-passlijn moet omleiden naar de leiding erna); na filtering door de filter (2) stroomt het
gas in de drukregelaar (4) die dient om de aansturingsdruk naar de klep te stabiliseren (4 bar), wat u kunt controleren via de
manometer (3).
Het gestabiliseerde gas gaat in de pneumatische klep 3/2 (8) en stroomt daarna verder naar de actuator (11). Wanneer de
aanstuurkamer van de actuator vol is, veroorzaakt dit het openen van de klep.
Afb.13
20