TECHNISCHE HANDLEIDING MT103
5.5 INBEDRIJFSTELLING VAN DE REGELAAR PLUS MONITOR IN LIJN REFLUX 819 MET GEÏNTEGREERDE
BLOKKEERKLEP SB/82 (AFB. 24)
Indien er op de lijn ook een afblaasklep aanwezig is, raadpleegt u par. 3.1 voor de desbetreffende controle.
Afb.24
De interventie van het blokkeersysteem 7 controleert u en stelt u als volgt af:
A) Voor blokkeersystemen verbonden op de leidingen erna via de driewegsomstelklep "push" 11 handelt u als volgt (afb.
21):
- op de weg C sluit u een gecontroleerde hulpdruk aan;
- stabiliseer deze druk op de afstellingswaarde die voor de regelaar is bepaald;
- steek de refentiepin 2 in de inkeping en druk de knop 1 volledig in; - deblokkeer het blokkeersysteem via de voorziene
hendel;
- houd de knop 1 ingedrukt en:
•) voor veiligheidsvoorzieningen die in werking treden bij maximale druk: verhoog de hulpdruk langzaam en controleer de
interventiewaarde. Indien nodig verhoogt u de interventiewaarde door de regelknop 14 rechtsom te draaien; draai in de
andere richting om de interventiewaarde te verminderen.
•) Voor veiligheidsvoorzieningen die voorzien zijn om de druk te verhogen en te verminderen: verhoog de hulpdruk langzaam
en noteer de interventiewaarde. Breng de druk opnieuw op de afstellingswaarde van de regelaar en voer de handeling uit
om de blokkering te deblokkeren. Controleer de interventie voor drukverlaging door de hulpdruk langzaam te verminderen.
Indien nodig moet u de interventiewaarden voor druktoename of drukafname verhogen door respectievelijk de knoppen 14
of 15 rechtsom te draaien. Draai in de andere richting om de interventiewaarden te verminderen;
- controleer de goede werking door de interventies minstens 2-3 maal te herhalen.
B) Voor systemen zonder "push"-klep (afb. 22) is het aanbevolen om de besturingskop apart aan te sluiten op een
gecontroleerde hulpdruk en de hierna beschreven handelingen te herhalen.
AANDACHT
Op het einde van de handeling moet u de besturingskop opnieuw op de drukaansluiting erna aansluiten.
N.B.: Het is aanbevolen om de interventieproeven minstens iedere 6 maanden te herhalen.
32