Alle oppervlakken zijn gevoelig voor
krassen en kunnen verkleuren of ver-
anderen, wanneer ze in contact ko-
men met ongeschikte reinigingsmid-
delen.
Lees de informatie in de paragraaf
"Opmerkingen over het reinigings-
middel" aan het begin van dit hoofd-
stuk.
Reinig de oppervlakken met een
schoon sponsdoekje, afwasmiddel en
warm water. U kunt voor het reinigen
ook een schoon, vochtig microvezel-
doekje zonder reinigingsmiddel ge-
bruiken.
Neem de oppervlakken met schoon
water af en droog alles met een zach-
te doek na.
Deurdichting reinigen
Pas op voor beschadiging door
verkeerde reiniging.
De deurdichting kan poreus worden
als deze met olie of vet wordt behan-
deld.
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet.
Reinig de deurdichting regelmatig al-
leen met helder water en wrijf de
deurdichting daarna met een doek
grondig droog.
Ventilatieopeningen reinigen
Stof op de onderdelen verhoogt het
energieverbruik.
Reinig de ventilatieopeningen regel-
matig met een borsteltje of een stof-
zuiger (gebruik daarvoor bijv. de
reliëfborstel voor Miele stofzuigers).
Reiniging en onderhoud
Na het reinigen
Raak op het bedieningspaneel de sen-
sortoets OK aan.
In het display verschijnt .
Raak OK aan.
Als de reinigingsmodus uitgescha-
keld is, dooft de punt in de bovenhoek
van het display.
Blader met de sensortoetsen en
naar het symbool en raak OK aan.
Het koelapparaat begint weer te koelen.
Plaats alle onderdelen terug in het
koelapparaat.
Schakel de functie SuperKoelen
een tijdje in, zodat de temperatuur in
het koelapparaat snel daalt.
Leg pas levensmiddelen in het koelap-
paraat als de temperatuur laag ge-
noeg is.
Sluit de deur/deuren van het appa-
raat.
59